Apparaat bedienen
nl
1
Apparaat bedienen
Wasmachine voorbereiden
A p p a r a a t b e d i e n e n
De wasautomaat moet
Aanwijzing:
deskundig worden geplaatst en
aangesloten zijn. vanaf ~ Blz. 15
Stekker in wandcontactdoos steken.
1.
Kraan opendraaien.
2.
Vuldeur openen.
3.
Controleren of de trommel geheel
4.
leeg is. Eventueel leegmaken.
Apparaat inschakelen /
Programma kiezen
Toets # indrukken. Het apparaat is
ingeschakeld.
Aansluitend wordt altijd het af fabriek
vooringestelde programma Katoen
weergegeven.
U kunt dit programma gebruik of een
ander programma kiezen. De
programmakiezer kan in beide
richtingen worden gedraaid.
Wanneer u de
Aanwijzing:
kinderbeveiliging heeft geactiveerd, dan
moet u deze eerst deactiveren voordat
u een ander programma kunt instellen.
~ Blz. 40
Op de programmakiezer gaat het
indicatielampje branden en op het
display verschijnen de
programmavoorinstellingen voor het
gekozen programma:
Temperatuur,
■
Centrifugetoerental,
■
38
de maximale belading afgewisseld
■
met de programmaduur en
de opmerking voor het water- en
■
energieverbruik.
Bij apparaten met trommelverlichting:
Na inschakeling van het apparaat, na
het openen en sluiten van de vuldeur en
na de programmastart gaat de
trommelverlichting aan. De verlichting
gaat automatisch weer uit.
wasgoed in de trommel doen
:
Waarschuwing
Levensgevaar!
Wasgoed dat vóór het wassen met een
reinigingsmiddel met oplosmiddel (bijv.
vlekkenmiddel of wasbenzine) is
behandeld, kan na vullen in de
wastrommel tot een explosie leiden.
Spoel het wasgoed van te voren grondig
met de hand.
Aanwijzingen
Doe grote en kleine stukken
■
wasgoed door elkaar. Wasgoed met
verschillende grootte verdeelt zich
beter bij het centrifugeren. Losse
stukken wasgoed kunnen tot
onbalans leiden.
Houd de aangegeven max. belading
■
aan. Overbelading vermindert het
wasresultaat en bevordert
kreukvorming.
Voorgesorteerd wasgoed uit elkaar
1.
gevouwen in de trommel doen.
Let erop dat er geen wasgoed tussen
2.
vuldeur en rubberen manchet
ingeklemd raakt en sluit de vuldeur.
Het indicatielampje van de toets A
knippert en op het display verschijnen
de instellingen van het programma.