8
Ingangsvertr. signalen [Ingangsvert sign] – indien de optie ingeschakeld is zal het
bediendeel het aftellen van de ingangsvertraging met geluid signaleren.
Uitgangsvertr. signalen [Uitgangsvert sign] – indien de optie ingeschakeld is zal het
bediendeel het aftellen van de uitgangsvertraging met geluid signaleren.
Auto-IN vertraging aftellen [Auto-In vertr.] – indien de optie ingeschakeld is zal het
bediendeel het aftellen van de automatische-inschakeling vertraging met geluiden
signaleren.
Toegangscode signalering (hardware) [code ingevoerd] – indien de optie ingeschakeld is
zal het blok bediendeel u informeren met één pieptoon dat de code ingevoerd is.
De signalering is nuttig wanneer er een vertraging is tussen het invoeren van de code en
de geluiden die worden uitgezonden na verificatie van de code door de inbraakcentrale.
BEL [Bel zones] – indien de optie ingeschakeld is zal het bediendeel met geluidssignalen de
activering van zones weergeven waarvan de "Bel in module" optie geactiveerd is. Dit is
alleen van toepassing op zones in hetzelfde blok als het bediendeel.
Geen auto-reset na 3 sab. [3x geen auto reset] – indien de optie ingeschakeld is, wordt de
functie die het aantal sabotage alarmen van het bediendeel tot drie beperkt, uitgeschakeld
(wat voorkomt dat steeds dezelfde gebeurtenissen worden weggeschreven in het logboek
van het alarmsysteem).
Achtergrondverlichting – toetsen achtergrondverlichting mode:
Nee – altijd uit.
Auto – de verlichting gaat voor ongeveer 40 seconden aan na het indrukken van een
toets. Tevens kan deze aangezet worden bij een specifieke gebeurtenis (zie hiervoor de
"Auto-verlichting" parameter).
Permanent – altijd aan.
Auto-verlichting – als de achtergrondverlichting van de toetsen automatisch wordt
ingeschakeld,
achtergrondverlichting zal inschakelen:
Nee – de achtergrondverlichting zal niet automatisch aangaan.
Zone open – de toetsenverlichting gaat aan bij activering van de geselecteerde zone.
Ingangsvertraging in blok. – de toetsenverlichting gaat aan als de ingangsvertraging in
het geselecteerde blok wordt gestart.
Open deur bij brand [Deur bij brand] – u kunt bepalen of en wanneer bij een brandalarm de
deur zal ontgrendelen die wordt gestuurd door het bediendeel (d.w.z. de relaisuitgang zal
activeren):
Nee [Niet open] – de deur zal niet worden open gestuurd bij een brandalarm.
In dit blok [Bij brand blok] – de deur zal worden geopend indien een brandalarm optreedt
in het blok waaraan het bediendeel is toegewezen,
In dit object [Bij brand object] – de deur zal worden geopend indien een brandalarm
optreedt in het object waaraan het bediendeel is toegewezen,
Brandalarm [Bij elke brand] – een brandalarm van het gehele systeem zal de deur open
sturen.
kunt
u
bovendien
INT-SF
bepalen
of
en
welke
gebeurtenis
SATEL
de