10
2 korte piepjes elke seconde – aftellen van de ingangsvertraging.
Continue toon – alarm.
Lange toon elke 2 seconden – alarm in het geheugen.
Lange toon iedere seconde – brandalarm.
Korte toon elke 2 seconden – brandalarm in het geheugen.
Veel korte piepjes –
4.3 Beschikbare functies
De meeste functies zijn beschikbaar na het invoeren van de code. Standaard zijn de
volgende codes geprogrammeerd in het alarmsysteem:
service code: 12345
object 1 manager (administrator) code: 1111
Indien onder dwang verrichtingen op het bediendeel uitgevoerd moeten worden, dan
dient een Overval type code gebruikt te worden i.p.v. de normale gebruikerscode.
De beschikbare functies hangen af van:
het type en de rechten van de gebruiker,
de bediendeel instellingen,
de status van het blok.
Indien u een code of kaart gebruikt om het blok in of uit te schakelen en de
leds beginnen te knipperen, dan betekent dit dat het bediendeel wacht op een code of
kaart van een andere gebruiker (in- / uitschakelen met 2 codes/kaarten).
4.3.1 [Code]
Voer uw code in en druk op de
het blok uit te schakelen,
het alarm te herstellen,
toegang te krijgen (het relais van de uitbreiding activeren),
het omschakelen van de "25. Maak/Breek uitgangsfuncties.
het activeren van de 24. Puls uitgangsfuncties.
het bevestigen van de bewakersronde,
tijdelijk het blok blokkeren,
Er kunnen twee of meer functies tegelijk worden gestart (bijv. uitschakelen, alarm herstellen
en toegang verkrijgen).
4.3.2 [Code]
Voer uw code in en druk op de
de inschakelprocedure te starten (het blok inschakelen),
het blok uit te schakelen,
het alarm te herstellen,
toegang te krijgen (het relais van de uitbreiding activeren),
het omschakelen van de "25. Maak/Breek" uitgangsfuncties,
het activeren van de "24. Puls" uitgangsfuncties,
het bevestigen van de bewakersronde,
tijdelijk het blok blokkeren,
deur te lang geopend
toets om:
toets om:
INT-SF
.
SATEL
en