Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Satel KNX-DIM21 Gebruiksaanwijzing pagina 16

Verberg thumbnails Zie ook voor KNX-DIM21:
Inhoudsopgave

Advertenties

14
Door de minimale en maximale grenswaarde van de helderheid in te stellen die kan
worden ingesteld voor het kanaal (zie "Grenswaarden"), kunt u de kenmerken
beperken tot het interval waarin het omhoog / omlaag dimmen kan worden geregeld.
Door dit te doen, kunt u de "dode" delen van het kenmerk beperken waarin de
verandering van de helderheidswaarde te verwaarlozen is met een gelijktijdige grote
wijziging van de besturingswaarde.
Interval van cyclisch kanaal status verzending (Aan / Uit) – de frequentie waarmee een
telegram met informatie over de kanaalstatus (ingeschakeld/uitgeschakeld) naar de bus
wordt verzonden. Het telegram wordt verzonden door het communicatieobject "Schakelaar
status". De informatie in het telegram maakt het mogelijk de werking van de module te
bewaken door andere apparaten op de KNX-bus. Waarde "00:00:00" schakelt het
cyclische telegram verzenden uit.
Interval van cyclisch absolute dim waarde verzenden – de frequentie waarmee een
telegram met informatie over herderheidswaarde van het kanaal naar de bus wordt
verzonden. Het telegram wordt verzonden door het communicatieobject "Absolute dim
status". De informatie in het telegram maakt het mogelijk de werking van de module te
bewaken door andere apparaten op de KNX-bus. Waarde "00:00:00" schakelt het
cyclische telegram verzenden uit.
Reactie bij KNX-bus herstel – kanaalreactie op het herstel van de busvoeding (laatste
waarde op het kanaal [het kanaal wordt ingesteld naar de laatste opgeslagen waarde] /
aan / uit).
Reactie bij KNX-bus storing – kanaalreactie op het verlies van de busvoeding (laatste
waarde op het kanaal [het kanaal wordt ingesteld naar de laatste opgeslagen waarde] /
aan / uit).
Reactie bij voeding herstel – kanaalreactie op het herstel van de netvoeding (laatste
waarde op het kanaal [het kanaal wordt ingesteld naar de laatste opgeslagen waarde] /
aan / uit).
De parameter definieert de beginstatus van het kanaal, na het starten van de module.
Het opnieuw opstarten van het apparaat wordt ook behandeld als het verlies van de
voedingsspanning. Houdt er rekening mee dat elke wijziging van instellingen in het
ETS-programma het opnieuw opstarten van de module zal forceren.
Centrale functie – activeert / deactiveert de centrale schakel functie in het kanaal
(Uitschakelen / Inschakelen). Als de functie wordt ingeschakeld, reageert het kanaal op
elke wijziging van de communicatieobjectstatus "Schakelfunctie". Als gevolg van de
functie-actie zal het kanaal worden geschakeld naar de status die overeenkomt met de
waarde die is opgeslagen in het communicatieobject.
Het object "Schakelfunctie" maakt het mogelijk om alle kanalen met één telegram in / uit te
schakelen.
Centraal absolute dim – activeert / deactiveert de centrale functie om de helderheid in het
kanaal in te stellen (Uitschakelen / Inschakelen). Als de functie wordt ingeschakeld,
reageert het kanaal op elke wijziging van de communicatieobjectstatus "Absolute dim
functie". Als gevolg van de functie-actie zal de helderheid van het kanaal worden ingesteld
naar de status die overeenkomt met de waarde die is opgeslagen in het
communicatieobject.
Het object "Absolute dim functie" maakt het mogelijk om met één telegram dezelfde
helderheidswaarde voor alle kanalen in te stellen.
Grenswaarden – activeert / deactiveert de optie om een grenswaarde te definiëren in het
kanaal (Uitschakelen / Inschakelen). Als de functie wordt ingeschakeld, wordt het
"Grenswaarden" tabblad getoond.
KNX-DIM21
SATEL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave