14
Mastervolt Dynamo – Gebruikers- en installatiehandleiding
6 ELEKTRISCHE INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Installatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
LET OP!
Kortsluiting of ompoling kan ernstige schade veroorzaken aan de accu's, de dynamo, de Alpha Pro regelaar, de
bekabeling en/of de aansluitingen. Zekeringen kunnen schade door omgekeerde polariteit niet voorkomen. Schade
als gevolg van omgekeerde polariteit wordt niet gedekt door de garantie.
Het onderbreken van de stroom van een draaiende dynamo kan leiden tot een aanzienlijke spanningspiek,
met schade aan de dynamo en/of aangesloten apparatuur en verlies van garantie tot gevolg. Volg zorgvuldig
de instructies in dit hoofdstuk met betrekking tot bekabeling, zekeringssterkte en positie van de zekering.
LET OP!
Te dunne kabels en/of losse verbindingen kunnen gevaarlijke oververhitting van de kabels en/of aansluitingen
veroorzaken. Draai daarom alle aansluitingen goed aan om de overgangsweerstand zoveel mogelijk te beperken.
Gebruik alleen kabels met de juiste doorsnede. Raadpleeg de technische specificaties (zie paragraaf 10.2) voor de
aanbevolen draaddiameters.
6.1
Voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat alles is uitgeschakeld:
•
verwijder de contactsleutel;
•
koppel alle accu's los of verwijder de DC-zekering(en);
•
zorg ervoor dat derden de genomen maatregelen niet ongedaan kunnen maken.
6.2
Zekering
De dynamo is verbonden met de accu via een dynamozekering die zich zo dicht mogelijk bij de accu bevindt. Zie paragraaf
10.2 op pagina 21 voor meer informatie.
6.3
Bekabeling
Zie voor Alpha Compact modellen Afbeelding 10 op pagina 15. Zie Afbeelding 12 op pagina 16 voor andere Alpha modellen.
Opmerkingen:
▪
In het geval van een Alpha Compact dynamo: ongeacht of de dynamo geïsoleerd of niet-geïsoleerd is gemonteerd, is het
VERPLICHT om een aardgeleider van een van de montagepunten van de dynamo naar de elektrische massa te leiden. Als
er geen isolatiebussen worden gebruikt, kan hiervoor een van de montagebouten worden aangewend. Als er
isolatiebussen worden gebruikt, raadpleeg dan Afbeelding 11 op pagina 15.
▪
De nominale stroom van de plus- en min-bekabeling van de dynamo moet groter zijn dan de zekering.
▪
Gebruik het meegeleverde kabelsamenstel om de Alpha Pro regelaar aan te sluiten.
▪
Raadpleeg de handleiding van de Alpha Pro voor gedetailleerde informatie over het aansluiten van een toerenteller,
indicatielampje, oliedrukschakelaar of BI laadstroomverdeler.
▪
Voor Alpha Compact modellen moet de temperatuursensor van de dynamo worden aangesloten op de temperatuuringang
van de Alpha Pro laadregelaar. Als er loodzuuraccu's worden gebruikt, is het raadzaam om een MasterShunt met
accutemperatuursensor te installeren en een MasterBus-aansluiting te maken op de Alpha Pro om automatische
temperatuurcompensatie te gebruiken.
LET OP!
Punt 7 in Afbeelding 10 en Afbeelding 12 mag NIET worden verbonden met het contact van de motor.
Raadpleeg de handleiding van de Alpha Pro, waarin wordt uitgelegd hoe u op de juiste wijze het signaal
'motor draait' verkrijgt. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot overladen van de accu's en/of oververhitting
van de veldwikkeling van de dynamo. Deze storing valt niet onder de garantie.