INSTELLING VAN DE POOTJES
Plaats de wasmachine zodanig, dat hij stabiel staat.
1. Plaats de wasmachine in de lengte en in de
breedte volledig horizontaal door het draaien aan
de verstelbare pootjes.
De pootjes maken een instellen van +/- 1 cm
mogelijk.
2. Draai na de instelling van de hoogte van de
pootjes met een sleutel 17 de moer tegen het
lostrillen (zgn. contramoer) vast in richting van de
bodem van de machine
3. Trek de contramoer aan tot het einde.
Wordt het geluid van de machine tot een
minimum beperkt.
.
1
2
3
AANSLUITING OP DE WATERLEIDING
De aansluiting op de waterleiding moet door een
deskundige persoon worden uitgevoerd.
De machine wordt aangesloten met de bijgeleverde
toevoerslang. De waterdruk moet 0,1–1 MPa
bedragen (ca. 1–10 kp/cm
Bij een nieuw aangelegde waterleiding verdient
het aanbeveling de leiding eerst te spoelen om
eventueel vuil weg te spoelen, anders kan het vuil
het lter van de watertoevoer van de wasmachine
verstoppen en de watertoevoer onderbreken.
De toevoerslang moet stevig worden aangedraaid
om de slang goed te laten dichten. De afdichting van
de slang dient na het aandraaien gecontroleerd te
worden
Gebruik alleen de toevoerslang die bijgeleverd is
bij de machine. Gebruik geen andere, gebruikte
slangen.
Gebruik in het geval dat de bijgeleverde
toevoerslang andere afmetingen heeft dan de
aansluiting van de waterleiding (bijv. 3/4" 1/2") een
adapter.
2
2
, 10–100 N/cm
).
11