In grote installaties waar meer dan één onafhankelijke accusensor moet worden
waargenomen, kan het signaal van alle Li-ion accu's parallel worden aangesloten met behulp
van een speciale y-split kabel (zie paragraaf 3.6.2).
Neem contact op met Super B voor meer informatie over deze aansluiting, DNV
toepassingsinformatie, en bijgeleverde accessoires.
6.
Accugebruik
6.1. General information
!
Waarschuwing! Voor een veilige werking van de Li-ion accu is het vereist om een Super B
Battery Interface Box (BIB) te gebruiken of een Super B Battery Communication Interface
(BCI) in combinatie met een externe stroomonderbreker.
!
Waarschuwing! In het geval van uitschakeling door te lage spanning moet de laadstroom erg
laag zijn totdat een veilige spanning is bereikt.
!
Waarschuwing! Volg de veiligheidsrichtlijnen en -maatregelen van hoofdstuk 1.
Let op! Laad de Li-ion accu op voor gebruik.
!
Let op! Bedek het + en - teken niet omdat ze een geïntegreerd overdrukmechanisme
!
bevatten.
6.2. Laden
!
Waarschuwing! Laad de Li-ion accu nooit op met een laadstroom die groter is dan de
maximale laadstroom gespecificeerd in hoofdstuk 3.2.3
!
Waarschuwing! Stop het laden onmiddellijk als de Li-ion accu naar de alarmmodus
omschakelt (het beveiligingsrelais wordt uitgeschakeld).
!
Let op! Bij het laden via een extern aangedreven dynamo moet ervoor worden gezorgd dat
een optimale laadcurve de Li-ion accu laadt (zie voor instructies de laadhandleiding die te
vinden is op de website van Super B). Hiervoor is het gebruik van een laadconverter (DC/DC
booster) onontbeerlijk.
Let op! Om de Li-ion accu op te laden, gebruikt u een oplader die het oplaadprofiel van
!
Super B volgt (raadpleeg hiervoor de handleiding 'acculaden' op de website van Super B).
1. Sluit de oplader op de Li-ion accu aan zoals beschreven in paragraaf 4.
2. Wanneer de Li-ion accu uitgeschakeld wordt door een te lage spanning of wanneer de lading tot onder
de 20% daalt, dient deze opgeladen te worden om zodoende de levensduur van de Li-ion accu te
behouden.
22