5. Bediening
5.1.
Algemeen.
1
Plaats de overloop pijp in de speciale zitting in de wastank ( fig 5.1)
2
Controleer of het filter correct is geplaatst.
Reinig filter indien nodig.
Gebruik de machine nooit zonder het filter te plaatsen.
3
Sluit de deur van de afwasmachine.
4
Plaats/ controleer de speciale slangen voor de zeep en naglans in de betreffende
container en controleer of er voldoende vloeistof aanwezig is voor de dagelijkse
afwas.
5
Open de waterkraan.
6
Schakel de machine aan door te drukken op de aan/uit knop . ( zie knop `A sectie 4)
7
Het display zal aangaan. De machine zal nu automatisch de wastank met water
vullen. Dit wordt aangegeven met indicatie N,O en statusbalk Q.
Pagina 14 van 28
fig5.1
DR50T rev2