Stabiliteit testen hebben aangetoond dat bij ongunstige combinaties van: buis type en
steunafstand van het buisrailsysteem, restricties moeten worden toegepast in de
maximaal toegestane belading. Zie 10.1 Toelichting op technische specificaties.
De buizen dienen bovendien aan het betonpad te zijn bevestigd en mogen er niet los op
liggen. Ongeacht welk buisrailsysteem, is onze eis dat bij de laatste 10 meter een
maximale steunafstand van 1 meter wordt toegepast! Op het uiteinde van de buizen (voor
de gevel) dient een eindstop van minimaal 5cm hoog gelast te zijn. Controleer bij iedere
seizoenswisseling of de stoppen niet plat, verbogen, scheef of gescheurd zijn. De
ondergrond onder het buisrailsysteem dient droog, vlak en hard te zijn. Zachte/natte
plekken moeten gerepareerd en eventuele verzakkingen duurzaam oplossen.
Aanvullende informatie is te vinden in hoofdstuk 7.3 Minimale eisen buisrailsysteem.
9.4
Ketting spannen
De kettingspanning dient ongeveer 1cm te zijn, mocht dit niet het geval zijn, ga dan als
volgt te werk:
A
A
2
1
C
Figuur 9.5; Spannen van de ketting
1. Schakel de BENOMIC S uit met de hoofdschakelaar en verwijder de sleutel uit het
slot om te voorkomen dat de BENOMIC S ingeschakeld kan worden.
2. Draai de 2 kettingkast bevestigingsbouten (A) ca. één cm los.
3. Schuif de kettingkast in de pijlrichting (1) naar de grotere gaten
4. De kettingkast kan vervolgens weggenomen worden in de pijlrichting (2)
5. Draai de derde motorbevestigingsbout (B) een klein stukje los
6. Span de ketting door de stelborgmoer (C) aan te draaien*.
7. Draai de motorbevestigingsbouten (B) weer goed vast.
8. Monteer de kettingkast en draai de bevestigingsbouten (A) stevig vast.
* zorg voor een kettingspeling van ongeveer 1cm.
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing (NL-V3)
B
BENOMIC S 350
41 / 54