1.10.
KNOPVERGRENDELING AAN/UIT
Het is mogelijk om de knopvergrendeling te activeren. Om dit te doen, drukt u op de
MENU-knop totdat het pictogram
verschijnt op het scherm en selecteer AAN. Houd een willekeurige knop
ingedrukt om de knoppen te ontgrendelen.
2. FUNCTIES VAN MENUKNOPPEN
Door de MENU-knop ingedrukt te houden, kan de gebruiker bepaalde functies in het menu invoeren.
2.1.
KOELEN/VERWARMEN
Dit pictogram informeert over de kamerverwarming of -koeling om de vooraf
ingestelde temperatuur te bereiken. Deze berichten worden afwisselend
weergegeven: koelen of verwarmen.
Kies de werkingsmodus:
•
Verwarming
•
koeling
Standaardwerkingsmodus is verwarming.
LET OP!
EEN ONJUISTE MODUSINSTELLING KAN LEIDEN TOT EEN OMGEKEERDE WERKING VAN DE REGELAAR!
2.2.
INGEBOUWDE SENSORKALIBRATIE
Kalibratie moet worden uitgevoerd tijdens montage of na langdurig gebruik, als de
door de sensor gemeten kamertemperatuur afwijkt van de werkelijke temperatuur .
Het instelbereik van de kalibratie is van -9,9 tot +9,9 C met een nauwkeurigheid van
0,1⁰C.
Om de ingebouwde sensor te kalibreren , drukt u op de MENU-knop totdat het
kalibratiescherm van de temperatuursensor verschijnt. Gebruik de knoppen
om de gewenste correctie in te stellen. Om te bevestigen, drukt u op de MENU-knop
(bevestig en ga verder met het bewerken van de volgende parameter) .
16
TECH