Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Standby-Mode (Gebruikers-Mode); Service-Bedrijf (Gebruikers-Mode); Programmeervoorbeeld; Installatie - AWD ThermoMaster 2HR 28.01 W Installatievoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

C.
Installateurs-mode
In deze "mode" zijn de hierboven beschreven pro-
C
gramma's ("
") niet meer actief. De automaat werkt
volgens de parameters uit de parameterlijst. Deze lijst
kan alleen maar met behulp van een 4-cijferig display
of met behulp van een PC uitgelezen en aangepast
worden. (beschrijving bij AWB verkrijgbaar,
art.nr. 740372).
5.5 Standby-mode
(gebruikers-mode 'd')
Herkenning: knipperende punt rechts beneden in
gebruikers-display
Functie:
weergave status
0
geen warmtevraag
1
voorventileren/naventileren
2
ontsteken
3
branden cv
4
branden boiler
5
optoeren naar starttoerental
6
ketel uit tijdens:
•cv-bedrijf
•boiler-bedrijf retourtemperatuur 4 ˚C hoger
•boiler-bedrijf aanvoertemperatuur 5 ˚C
met
thermostaat
7
nadraaien pomp cv na cv-bedrijf
8
nadraaien pomp na tap-bedrijf
9
•toestel uit: aanvoertemperatuur > 95 ˚C
•retourtemperatuur > 95 ˚C
•verschil tussen aanvoer en retour-
temperatuur > 35 ˚C
•verschil tussen aanvoer en retourtemperatuur
negatief
•stijgsnelheid aanvoertemperatuur in ˚C/sec
te groot
L
geforcerd "laag" branden
H
geforceerd "hoog" branden
5.6 Service-bedrijf
(gebruikers-mode 'd')
L
Herkenning: letter "
" of "
Functie:
geforceerd laag of hoog branden voor
servicedoeleinden
Wordt de "mode"-toets langer dan 1 seconde ingedrukt,
dan wordt de service-mode "Laag/Hoog" actief. Dit wordt
bevestigd doordat de letter "
De ketel reageert nu meteen en gaat branden op het
ingestelde minimum/maximum cv-toerental gedurende
15 minuten. Indien de "mode"-toets opnieuw wordt
ingedrukt, wordt de service-mode direct beëindigd.

5.7 Programmeervoorbeeld

Iemand wil het toestel volgens sanitair-mode 2 ("
en cv-mode 2 ("
") (zie blz. 4) het toestel bedrijven.
Druk kortstondig op de "mode"-toets. Herhaal dit tot dat
E.
"
" op het display verschijnt. Druk nu langer dan
1 seconde op de "mode"-toets. "
twee maal knipperen (herkenning: knipperende punt
rechts beneden in gebruikers-display). Druk vervolgens
weer meerdere malen kortstondig op de "mode"-toets.
Herhaal dit tot dat "
" op het display verschijnt. Druk
nu langer dan 1 seconde op de "mode"-toets "
ter bevestiging twee maal knipperen (herkenning: knippe-
rende punt rechts beneden in gebruikers-display). Druk
tenslotte nogmaals op de "mode"-toets.
aanvoertemperatuur 5 ˚C
hoger dan de ingestelde cq
berekende waarde.
dan met tapsensor ingesteld.
hoger dan ingesteld.
H
"
L
H
/
" twee maal knippert.
E
")
E.
" zal ter bevestiging
" zal
d.
Herhaal dit tot dat "
" op het display verschijnt. Druk nu
langer dan 1 seconde op de "mode"-toets. "
bevestiging twee maal knipperen. Beide gewenste pro-
gramma's zijn nu in de gebruikers-mode geactiveerd.

6 INSTALLATIE

6.1 Plaatsen toestel

Houd rekening met de plaatselijk geldende voorwaarden
van de Nutsbedrijven. De installatie moet voldoen aan de
eisen zoals omschreven in de meest recente uitgave van
Bouwbesluit GAVO NEN 1078, NEN 3028, NEN 1010 en
AVWI NEN 1006, of de meest recente van toepassing
zijnde normen.
1. Monteer de ophangstrip waterpas tegen de muur
Zorg er voor dat aan weerszijden van het toestel
minimaal 10 cm vrije ruimte ter beschikking blijft ten
behoeve van onderhoud aan het toestel.
2. Hang het toestel met de omzetting die aan de
bovenkant zit in de ophangstrip.
3. Verwijder de afdichtingsstoppen van de aansluitleidingen.
Let op: er kan vuil water uit het toestel lopen
4. Vul de sifon met leidingwater.
Als optie is er een montagebeugel beschikbaar.
In figuur 19 staan de specificaties weergegeven.

6.2 CV-circuit

6.2.1 Ontluchting

Voorzie de installatie op het hoogste punt van een ont-
luchtingsmogelijkheid.

6.2.2 Vullen en aftappen

Voor het vullen of aftappen dient de stekker uit de
wandcontactdoos genomen te worden.
Voordat men gaat vullen, dient men de installatie te
spoelen met schoon leidingwater.
Het toestel zelf is niet voorzien van een vul-en aftapkraan.
Men dient te vullen middels de kraan die in de installatie is
opgenomen (of opgenomen dient te worden).
Vul het toestel tot een druk tussen de 1,5 en de 2 bar.
Het toestel (niet de installatie) wordt ontlucht door de twee
gemonteerde automatische ontluchters. De ontluchters
dienen geopend te worden en geopend te blijven voor
ingebruikname van het toestel.

6.2.3 Werkdruk

De ketel dient in koude toestand gevuld te worden tot een
druk tussen 1,5 en 2,0 bar. In de installatie dient in de
aanvoerleiding, zo dicht mogelijk bij het toestel, een over-
stortventiel dat opent bij een druk van 3 bar (
capaciteit 100 kW) opgenomen te worden.
Figuur 4 Plaats bypass
(kortsluitleiding)
d.
" zal ter
1
/
", ontlast-
2
Regelkraan
of AVDO
Aanvoer
Retour
CV
CV
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave