Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingen; Algemeen; Toestel Reageert Niet Op Kamerthermostaatvraag; Toestel Reageert Niet Op Boilervraag - AWD ThermoMaster 2HR 28.01 W Installatievoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

7 STORINGEN

7.1 Algemeen

Indien er geen cijfers op het display zichtbaar zijn dient
men te controleren of er 230 V op de aansluitingen "L" en
"N" van klemmenstrook "x1" aanwezig is (zie figuur 16 of
17). Indien dit niet het geval is controleer dan of er span-
ning voor de zekering aanwezig is. De zekering bevindt
zich op de printplaat van de branderautomaat. Een even-
tuele kortsluiting bij de pomp dient verholpen te worden
en/of de zekering 2AF dient vervangen te worden. Indien
er bij een niet defecte zekering 230 V aanwezig is en het
display geen teken weergeeft, dient de branderautomaat
of het display vervangen te worden.
DE ZEKERING IS GEPLAATST IN HET 230 V CIRCUIT.
VERWIJDER DUS EERST DE STEKKER UIT DE
WANDCONTACTDOOS.

7.1.1 Toestel reageert niet op kamerthermostaatvraag

Controleer de kamerthermostaat. Bij toepassing van een
buitenvoeler dient de voeler en zijn bedrading gecontro-
leerd te worden. Controleer de bedrading van de kamer-
thermostaat op kabelbreuk. Controleer de bedrading die
van de kroonsteen naar connector "x2" of "x4" (bij een
OpenTherm thermostaat) van de branderautomaat loopt.
Indien de 24 V zekering [4 AT (zie figuur 16 of 17)] intact
is en er is geen sprake van een storing (knipperend cijfer),
geen regelstop, geen antipendelcyclus, vervang dan de
branderautomaat.

7.1.2 Toestel reageert niet op boilervraag

Controleer de tap-NTC en zijn bedrading. Bij toepassing
van een externe boilerthermostaat of NTC dient de wer-
king van deze thermostaat gecontroleerd te worden even-
als de bedrading naar deze thermostaat (zie figuur 16 of
17).

7.1.3 Vergrendelende storingen

Een vergrendelende storing wordt weergegeven door
twee om beurten knipperende cijfers van het storingsnum-
mer, waarbij achter het laatste cijfer (eenheden) een punt
staat.
De condities waaronder de storing is opgetreden, kunnen
via de fout-mode met behulp van het 4-cijferig display of
met behulp van een PC uitgelezen worden.
Nadat de storing achterhaald en verholpen is kan het
toestel weer in bedrijf gesteld worden door de "reset"-
knop in te drukken.
12

7.2 Tapstoringen

7.2.1 Onvoldoende tapwater

- Perlators in kranen vervuild.
- Onvoldoende voordruk in leidingnet.
- Doseerventiel vervuild (zie figuur 5).

7.2.2 Te lage tapwatertemperatuur

- Doseerventiel defect, debiet te groot (zie figuur 5).
- Mengventiel door kalkvorming aangetast of te laag
ingesteld (zie figuur 5).
- Maximale retourtemperatuur te laag ingesteld
(zie blz. 4 sanitairprogramma's).
- Driewegklep defect (lekkage cv-zijdig).
- Boiler-bedrijf uitgeschakeld (zie blz. 4 holiday-mode).
- Tap-NTC en/of bedrading defect.
- Belasting te laag ten gevolge van te veel weerstand in
luchttoevoer/rookgasafvoer-systeem of vervuiling van de
warmtewisselaar.
- Driewegklep vervuild.

7.2.3 Toestel brandt alleen maar voor boiler

- Niet geheel gesloten kraan
(toestel komt niet uit sanitair-mode)
- Defecte tap-NTC en/of bedrading.
- Driewegklep defect (lekkage cv-zijdig).

7.3 Cv-storingen

Installatie blijft koud
- Kamerthermostaat (aan/uit of OpenTherm) is defect,
verkeerd aangesloten, staat te laag ingesteld, of de
anti-cipatieweerstand is niet juist ingesteld (0,11 A).
- Buitenvoeler en/of bedrading defect.
- Er is geen spanning aanwezig op de branderautomaat.
- Steker niet in wandcontactdoos.
- Gaskraan staat dicht
- Defecte zekering in automaat of meterkast.
- Niet geheel gesloten warm waterkraan (zie boven).
- Cv-bedrijf uitgeschakeld
(holiday-mode of middels parameterlijst).
- Driewegklep defect.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave