Inhoudsopgave
Advertenties
3.5
Beschrijving van de werking
Waterontharder
De omgekeerde osmose installatie dient gevoed te worden met totaal onthard
water. (< 0.1 °dH) Indien de installatie wordt voorzien van "hard" water zal dit tot een sterke afname van
de permeaat opbrengst leiden. Raadpleeg de technische documentatie van de waterontharder voor de
beschrijving van de werking
Watertoevoer
Door middel van kogelkraan (1) kan de gehele installatie van de watertoevoer worden afgesloten.
Onthard water stroomt via een 5 µ-filter (4) naar de zuigzijde van de RO-pomp (10)
Het drukverlies over dit filter is het verschil tussen de meetwaarden van de manometers (9). Door het
sluiten van afsluiter (1) kan het filter vervangen worden. (Voor het vervangen van filters zie "onderhoud").
De RO-pomp (10) pompt het water door de omgekeerde osmose elementen (11) heen. De drukval over
deze elementen is het verschil tussen de meetwaarden van de manometers (12). De waterstroom wordt
door de elementen gescheiden in 2 stromen.
Permeaatopbrengst
De eerste stroom is het permeaat. Uit dit water zijn vrijwel alle zouten verwijderd. Hiervan wordt de
geleidbaarheid gemeten (13), als indicatie voor de kwaliteit. Hoe lager de geleidbaarheid, hoe beter de
kwaliteit. De meetwaarde wordt getoond op het LED-scherm van de microprocessor. Het permeaat
stroomt via een flowmeter (14) naar de druktank.
Reject
De tweede stroom is het reject. Deze ingedikte stroom bevat een verhoogd gehalte aan zouten. Via het
drukhoudventiel (17) wordt een gedeelte van het reject teruggevoerd naar de zuigzijde van de R.O.-
pomp, en opnieuw langs de omgekeerde osmose elementen geleid. Met de reject-regelkraan (16) wordt
de hoeveelheid reject ingesteld welke, via de reject-flowmeter (15), naar het riool wordt afgevoerd.
Besturing
De omgekeerde osmose-installatie wordt gestuurd door een microprocessor welke zorgt voor een
optimale procesregeling, de spoelingen en een continue bewaking van de permeaat-kwaliteit. De
installatie wordt aan- en uitgeschakeld op basis van een ingangssignaal afkomstig van de drukschakelaar
(21).
Spoelen
Na iedere productie stop wordt een spoeling gestart. Tevens wordt er na een periode van "standby"een
spoeling uitgevoerd. Dit spoelen gebeurt met onthard water. Tijdens deze spoelingen schakelen afsluiters
(18) waardoor het geproduceerde permeaat teruggevoerd wordt naar de zuig van de pomp.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
