Inhoudsopgave
Advertenties
7 Storingen
7. Storingen
Storingen kunnen optreden in de volgende componenten:
a) gastoevoer
b) elektrische installatie
c) regel- en veiligheidsvoorzieningen
Stel in geval van storingen direct uw installateur op de hoogte.
Met de groene knop op het toestel kunt u het systeem deblokkeren,
(max. 3-maal).
De meest voorkomende storingen:
1. De ventilator draait in geen
van de schakelstanden.
2. De ventilator draait wel in de stand
"Branden" maar de gasklep opent niet.
3. De ventilator draait wel in de stand
"Branden", de gasklep opent na enige
seconden, maar er is geen vlam.
4. De ventilator draait normaal in de
stand "Branden". De gasklep wordt
geopend en er is een vlam, maar na
ongeveer 3 sec. valt het toestel in storing.
Gebruiksaanwijzing GP 14
Uitgave: 03-01
Mogelijke oorzaken:
a) Géén, of te lage spanning
b) De ventilator is geblokkeerd.
c) De motor van de ventilator of de
startcondensator is defect.
d) De maximaalthermostaat moet "gereset"
worden
a) Defect aan de gasregelcombinatie.
b) Bedrading van de gasregelcombinatie is
defect.
a) De gaskraan is gesloten.
b) Branderdruk is te laag.
c) De gasmengbuis is verstopt.
d) De ontstekingspen is verbogen.
e) Te kleine vonkjes bij de ontstekings-elektrode
als gevolg van vochtigheid.
f) Defect aan de gasregelcombinatie.
g) De ontstekingstransformator is defect.
a) Er zit lucht in de gastoevoer.
b) De fase en 0 verwisseld.
c) Kortsluiting in het ionisatiecircuit
door vocht op de ionisatie-elektrode of een
beschadigde ionisatiekabel.
d) De porseleinen isolator van de ionisatie-
elektrode is gescheurd.
Pagina 11
Advertenties
Inhoudsopgave
