Probleem
De dosis staat op 0000.
De snelheid is niet correct of onstabiel.
U kunt de gebruiksdosis niet aanpassen in
de handmatige of de automatische modus.
Het totaal volume wordt niet verwerkt.
De stroom wordt onnauwkeurig verwerkt
in het totaal volume.
Mogelijke oorzaak
1. De waarde voor Speed Cal is nul.
2. De instelling voor de wielaandrijving
staat niet op SP3.
3. De huidige stroom wordt niet verwerkt
in het totaal volume.
1. U hebt een getal verkeerd ingevoerd in
de aansturingscomputer.
2. De instelling voor de wielaandrijving
staat niet op SP3.
3. De waarde van Speed Cal is onjuist.
4. De waarde bij Rate 1 of Rate 2 is niet
constant terwijl de snelheid constant is.
5. De druk kan in de handmatige modus
niet worden aangepast wanneer de
mengschakelaar aan staat en de
spuitbomen uit staan en de druk in de
bovenste helft van het bereik ligt.
6. De waarde voor Valve Cal is niet
correct ingesteld.
7. Er is een probleem met de
processorkaart.
1. Er zijn kabelbreuken in de kabel naar
de hydraulische regelklep.
2. De verbindingen in de kabel zijn vies.
3. Er staat geen spanning op de connector
van de klep.
4. De knop Rate Inc/Dec werkt niet.
1. Er zijn breuken of kortsluitingen in de
kabel van de vloeistofstroommeter.
2. De binnenkant van de
vloeistofstroommeter is vies of de
meter is niet goed afgesteld.
3. De transductor van de
vloeistofstroommeter werkt niet
goed.
1. De vloeistofstroommeter wijst niet in de
richting van de stroom.
2. De vloeistofstroommeter werkt niet
goed.
18
Remedie
1. Voer de correcte waarde voor Speed
Cal in.
2. Stel de wielaandrijving in op SP3.
3. Controleer of de vloeistofstroommeter
in de richting van de stroom staat en
goed werkt.
1. Controleer of alle getallen die u op de
aansturingscomputer hebt ingevoerd
correct zijn.
2. Stel de wielaandrijving in op SP3.
3. Voer de correcte waarde voor Speed
Cal in.
4. Controleer of de vloeistofstroommeter
in de richting van de stroom staat en of
de juiste spuitdoppen zijn gebruikt voor
de huidige gebruiksdosis.
5. Controleer of er spanning op
de klepconnector staat door de
hoofdschakelaar op Man te zetten
terwijl de spuitbomen op Off staan en
de voedingsschakelaar op On. Druk
op de Incr/Decr schakelaar om de
spanning te controleren.
6. Voer de correcte waarde in voor Valve
Cal.
7. Laat een goedgekeurde distributeur de
processorkaart vervangen.
1. Vervang de kabel.
2. Reinig of vervang de kabel.
3. Controleer of er spanning op
de klepconnector staat door de
hoofdschakelaar op Man te zetten
terwijl de spuitbomen op Off staan en
de voedingsschakelaar op On. Druk
op de schakelaar Incr/Decr om de
spanning te controleren.
4. Vervang de knop Rate Inc/Dec.
1. Test de kabel van de vloeistofstroom-
meter en vervang deze indien nodig.
Raadpleeg De kabel van de vloeistof-
stroommeter testen op pagina 15.
2. Reinig de binnenzijde van de
vloeistofstroommeter en maak
eventueel benodigde aanpassingen.
3. Vervang de transductor van de
vloeistofstroommeter.
1. Monteer de vloeistofstroommeter in de
richting van de stroom.
2. Test de kabel van de vloeistofstroom-
meter en vervang deze indien nodig.
Raadpleeg de sectie De kabel van de
vloeistofstroommeter testen.