Gebruikershandleiding
Menu
Instellingen en toelichting
Basisinstellingen
Faxsnelheid
ECM
Kiestoondetectie
Kiesmodus
Lijntype
Koptekst
Veiligheidsinstel.
Autom. back-
upgeg.wissen
Back-upgeg. wissen
Fax-aansl.
Controleert of de printer aangesloten is op een telefoonlijn en klaar is voor het ontvangen en
controleren
verzenden van faxen, en drukt het resultaat af op een gewoon A4-blad.
Wizard faxinstelling
Hiermee configureert u de basisinstellingen voor faxen aan de hand van instructies op het scherm.
Raadpleeg de pagina met de beschrijving van de basis-faxinstellingen voor meer details.
Gerelateerde informatie
"Modus Fax" op pagina 18
&
"Ontvangen faxen opslaan op een computer" op pagina 75
&
"Basisinstellingen voor faxberichten configureren" op pagina 66
&
Basisprincipes van printer
Selecteer de verzendsnelheid van de fax.
We raden aan om Langz.(9.600 b/s) te selecteren als er regelmatig een
communicatiefout optreedt, wanneer u berichten zendt/ontvangt naar/
vanuit het buitenland, of wanneer u een IP-service (VoIP) gebruikt.
Corrigeert automatisch de fouten in faxen (Error Correction Mode), meestal
veroorzaakt door storingen op de telefoonlijn. Als deze functie uitgeschakeld
is, kunt u geen kleurendocumenten zenden en ontvangen.
Detecteert een kiestoon alvorens het nummer te bellen.
Als de printer aangesloten is op een PBX (Private Branch Exchange) of digitale
telefoonlijn, kan de printer mogelijk geen nummer vormen. Wijzig in dat
geval het Lijntype naar PBX. Als dit niet helpt, schakelt u de functie uit. N.B.
Als u deze functie uitschakelt, wordt het eerste cijfer van het faxnummer
mogelijk overgeslagen waardoor het bericht naar een foutief nummer wordt
verzonden.
Selecteer het telefoonsysteemtype waarop u de printer hebt aangesloten. Als
deze ingesteld is op Puls, kunt u de kiesmodus tijdelijk wijzigen van pulse
naar toon door op ("T" wordt ingevoerd) te drukken terwijl u de cijfers op
het scherm invoert. Deze instelling wordt mogelijk niet in alle regio's
weergegeven.
Selecteer het lijntype waarop u de printer hebt aangesloten. Raadpleeg de
pagina met de beschrijving van de basis-faxinstellingen voor meer details.
Voer de naam en het faxnummer van de afzender in. Deze gegevens
verschijnen als koptekst op uitgaande berichten.
U kunt tot 40 tekens invoeren voor uw naam en 20 cijfers voor uw
faxnummer.
Faxdocumenten die via het bedieningspaneel van het display worden
verwijderd, worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen. De volgende
functies verwijderen opgeslagen bestanden.
Autom. back-upgeg.wissen: Verwijdert back-ups automatisch telkens
wanneer er een verzonden of ontvangen document wordt verwijderd.
Back-upgeg. wissen: Verwijdert alle back-ups. Voer deze functie uit voordat u
de printer weggooit of aan iemand anders geeft.
24