Vaste windsturing inschakelen vanuit een vaste voorliggende koers
Voordat u vaste windsturing kunt inschakelen, moet u een NMEA 2000 windsensor verbinden met de
stuurautomaat.
Hoewel een NMEA 2000 windsensor de voorkeur heeft, kunt u een NMEA windsensor van 0183 aansluiten op de
stuurautomaat om vaste windsturing te gebruiken.
1 Selecteer MENU terwijl vaste voorliggende koers is geselecteerd.
2 Selecteer een optie:
• Als u wilt overschakelen van vaste voorliggende koers naar schijnbare vaste windsturing, selecteert u
Schijnbare vaste wind inschakelen.
• Als u wilt overschakelen van vaste voorliggende koers naar ware vaste windsturing, selecteert u Ware
vaste wind inschakelen.
De hoek voor vaste windsturing aanpassen
Wanneer vaste windsturing is ingeschakeld, kunt u met de stuurautomaat de hoek aanpassen.
• Selecteer <1° of 1°> om de hoek voor vaste windsturing in stappen van 1° aan te passen.
OPMERKING: Als u <1° of 1°> een paar seconden ingedrukt houdt, schakelt de stuurautomaat automatisch
over van Vaste windsturing naar Heading hold en wordt roerbesturing gestart.
• Selecteer <<10° of 10°>> om de hoek voor vaste windsturing in stappen van 10° aan te passen.
OPMERKING: U kunt de instellingen aanpassen om de stapgrootte kleiner of groter te maken dan
grootte van de koerswijzigingstappen aanpassen,
Overstag gaan en gijpen
U kunt de stuurautomaat tevens zo instellen dat deze overstag gaat of gijpt wanneer het aanhouden van een
vaste voorliggende koers of een vaste windsturing is ingeschakeld.
Overstag gaan en gijpen vanuit een vaste voorliggende koers
1 Schakel een vaste voorliggende koers in
2 Selecteer MENU.
3 Selecteer een optie.
De stuurautomaat stuurt uw boot door een overstag- of gijpmanoeuvre.
Overstag gaan en gijpen vanuit een vaste windsturing
Voordat u vaste windsturing kunt inschakelen, moet er een windsensor zijn geïnstalleerd.
1 Schakel vaste windsturing in
2 Selecteer MENU.
3 Selecteer een optie.
De stuurautomaat stuurt uw boot door een overstag- of gijpmanoeuvre en informatie over de voortgang van
de overstag- of gijpmanoeuvre wordt weergegeven op het scherm.
Een overstagvertraging instellen
Met behulp van de overstagvertraging kunt u een overstagmanoeuvre vertragen nadat u de manoeuvre initieert.
1 Selecteer in het stuurautomaatscherm MENU > Stuurautomaat instellen > Zeilinstellingen >
Overstagvertraging.
2 Selecteer de lengte van de vertraging.
3 Selecteer zo nodig OK.
70
pagina 112.
(De stuurautomaat inschakelen,
(Vaste windsturing inschakelen,
pagina 114).
pagina 69).
10°De
Zeilfuncties