Onderhoud
14
Controle van de
ontstekingselektroden en de
menginrichting
• Koppel de twee ontstekingskabels af
van de ontstekingstransformator.
• De kabel van de vlamcontrole
uittrekken.
• De oliedrukleidingen uitschroeven.
• De 3 schroeven van de
dekselbevestiging losschroeven.
• Neem de meng- en
ontstekingsinrichting eruit
• Controleer de toestand van de
schijf.
• Controleer de stand van
ontstekingselektroden en de schijf
• Indien nodig, de delen die vanaf het
deksel bereikbaar zijn afstoffen.
0304 / 13 008 536A
Servicewerkzaamheden aan de ketel
en de brander mogen alleen door
een geschoold vakman worden
uitgevoerd. Om zeker te zijn dat de
servicewerkzaamheden volgens het
tijdsschema worden uitgevoerd, is
het nuttig de gebruiker van de
installatie aan te raden een
onderhoudscontract af te sluiten.
Controle van de rookgassentemperatuur
• Controleer de temperatuur van de
rookgassen.
• Als de temperatuur van de
rookgassen meer dan 30 K hoger
ligt dan de waarde bij het
ingebruiknemen, reinig de ketel.
A1
branderautomaat
F6
luchtpressostaat
F12
motorbeveiligingsrelais
K1
motorbeveiliging
M1
ventilatormotor
M2
pompmotor
T1
ontstekingstransformator
(verscholen)
TC
schakelpaneel
Y10
servomotor
6
vlambuis
15
kap
102
oliepomp
113
luchtaanzuigkast
Reiniging van de ventilatorschroef
• Koppel de motor af van de
elektrische aansluiting, zodat hij
zonder spanning komt
• Draai de 7 schroeven van de
motorplaat eruit
• Leg de plaat met de motor
zorgvuldig opzij, zonder de
drukmeetleiding van de differentiële
luchtpressostaat te beschadigen.
• De luchtdrukleidingen "droog"
reinigen.
• Geen drukmedium gebruiken
• De 4 bevestigingsschroeven van het
luchtgeleidingsmondstuk
verwijderen.
• Luchtkanaal en de ventilatorschroef
grondig reinigen.
• Opnieuw monteren.