4.3 De temperatuur justeren
De temperatuur wordt in twee gekozen punten gemeten, een correctie is in beide
temperatuurpunten mogelijk.
De servicefunctie "Tmp Adj" opvragen, zie hoofdstuk 4.1.
Met de toets PRINT bevestigen. De actuele instelling voor de eerste
temperatuurpunt verschijnt. Of de fabriekinstelling 80°C kiezen, of de gewenste
temperatuur met de navigatietoetsen kiezen (keuzemogelijkheid binnen het
bereik 50–130°C).
Met de toets PRINT bevestigen, de eerste opwarmingsstap wordt gestart. De
blijvende tijd verschijnt.
Na 15 minuten is de temperatuurkalibtarie van het 1ste punt voltooid. De
temperatuurwaarde op de thermometer met de temperatuur van de vochtbepaler
vergelijken. Indien beide waarden niet gelijk zijn, met de navigatietoetsen
corrigeren en met de toets PRINT bevestigen.
De actuele instelling voor de tweede temperatuurpunt verschijnt. Of de
fabriekinstelling 150°C kiezen, of de gewenste temperatuur met de
navigatietoetsen kiezen. De tweede temperatuurpunt moet tenminste 30°C
boven de eerste liggen, max. 160°C.
Met de toets PRINT bevestigen, de tweede opwarmingsstap wordt gestart. De
blijvende tijd verschijnt.
Na 15 minuten is de temperatuurkalibtarie van het 2
temperatuurwaarde op de thermometer met de temperatuur van de vochtbepaler
vergelijken. Indien beide waarden niet gelijk zijn, met de navigatietoetsen
corrigeren.
Met de toets PRINT bevestigen. Het justeren is voltooid, het toestel wordt terug
naar het menu omgeschakeld. Terug naar de weegmodus met de toets ON/OFF.
8
.
de
punt voltooid. De
DLB_A01-BA-nl-1110