Warmtepompconvectoren
ERLA03D + EHFH03S18D
Daikin Altherma 3 R F
4P596806-1C – 2022.09
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Warmtepompconvectoren (+ controllers)
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie:
-
"9.2 Aansluitingen op de
-
"9.3 Aansluitingen op de
▪
De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
▪
De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de controller van de
warmtepompconvectoren. Er zijn verschillende controllers en opstellingen
mogelijk voor de warmtepompconvectoren. Voor meer informatie, zie:
-
De installatiehandleiding van de warmtepompconvectoren
-
De installatiehandleiding van de opties voor warmtepompconvectoren
-
Het bijlageboek voor optionele uitrustingen
▪
Het signaal om ruimteverwarming/koeling te vragen wordt naar een digitale
input op de binnenunit gestuurd (X2M/35 en X2M/30).
▪
De bedrijfsmodus wordt naar de warmtepompconvectoren gestuurd door een
digitale output op de binnenunit (X2M/4 en X2M/3).
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [A.2.1.7]
▪
Code: [C-07]
Externe kamerthermostaat voor de
primaire zone:
▪
#: [A.2.2.4]
▪
Code: [C-05]
Voordelen
▪
Koeling. De warmtepompconvector biedt naast een verwarmingscapaciteit ook
een uitstekende koelcapaciteit.
▪
Efficiëntie.
Optimale
onderlingeverbindingfunctie.
▪
Stijlvol.
B
A
a
4
buitenunit" [
100]
4
binnenunit" [
101]
1 (Bst xt kmrthrms): De unit werkt
op basis van de externe thermostaat.
1 (Thermo AAN/UIT): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan sturen.
energie-effectiviteit
Waarde
omwille
van
Uitgebreide handleiding voor de installateur
de
35