5-4-2-3 Versie
De softwareversie van deze regelaar wordt rechts weergegeven.
6 Bedieningstips
6-1 Selecteerbare modi (voor VRF-systeem)
Er zijn beperkingen met betrekking tot de selecteerbare modi,
afhankelijk van de systeemconfiguratie en werkingsstatus.
6-1-1
Warmtewinningssysteem
(a) Wanneer één binneneenheid is aangesloten op een RB-
unit Kunnen alle modi worden geselecteerd.
(b) Wanneer een master-binneneenheid is ingesteld in
een RB-groep, kan alleen de geselecteerde in de mas-
ter-binneneenheid (*1) worden gebruikt. (* 1: "Ventilatie"
kan niet worden geselecteerd bij de binneneenheid met
inbegrip van de master-binneneenheid.)
(c) Wanneer een master-binneneenheid niet is ingesteld in
de RB-groep, raadpleeg de onderstaande tabel.
Status
Andere binneneenheid is in
koelingswerking.
Andere binneneenheid is in
ontvochtigingswerking.
Andere binneneenheid is in
verwarmingswerking.
Andere binneneenheid is in
antivrieswerking.
6-1-2
Wanneer binneneenheden zijn aangesloten
voor alleen koelen in warmtewinningssysteem
(a) Raadpleeg de volgende tabel:
Status
Te allen tijde
6-1-3
RB-prioriteitsaansluiting in warmtewin-
ningssysteem
(a) Voor binneneenheden of RB-groepen door RB-prioriteit-
saansluiting, raadpleeg de volgende tabel:
Status
Koelingsprioriteit wordt inge-
steld door externe input.
Verwarmingsprioriteit wordt
ingesteld door externe input.
Nl-27
Selecteer-
Niet selecteerbaar
baar
Koelen, Dro-
Auto of aangepast
gen
auto, Verwarmen,
Ventilatie
Koelen, Dro-
Auto of aangepast
gen
auto, Verwarmen,
Ventilatie
Verwarmen
Auto of aangepast
auto, Koelen, Drogen,
Ventilatie
Verwarmen
Auto of aangepast
auto, Koelen, Drogen,
Ventilatie
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Auto of aangepast auto,
Verwarmen
Koelen, Drogen, Ventilatie
Selecteer-
Niet selecteerbaar
baar
Koelen,
Auto of aangepast
Drogen
auto, Verwarmen,
Ventilatie
Verwarmen
Auto of aangepast
auto, Koelen, Drogen,
Ventilatie
6-1-4
Warmtepompsysteem
(a) Raadpleeg de volgende tabel:
Status
Andere binneneenheid is in
koelingswerking.
Andere binneneenheid is in
ontvochtigingswerking.
Andere binneneenheid is in
verwarmingswerking.
Andere binneneenheid is in
antivrieswerking.
(b) Wanneer een master-binneneenheid is ingesteld in een
koelsysteem, kan alleen de geselecteerde in de mas-
ter-binneneenheid (*2) worden gebruikt. (* 2: "Ventilatie"
kan niet worden geselecteerd bij de binneneenheid met
inbegrip van de master-binneneenheid.)
6-1-5
Buiteneenheid prioriteitsaansluiting in
warmtepompsysteem
(a) Raadpleeg de volgende tabel:
Status
Koelingsprioriteit wordt inge-
steld door externe input.
Verwarmingsprioriteit wordt
ingesteld door externe input.
6-2 Instelbare temperatuurbereik
Het instelbare temperatuurbereik door bedieningsstand en
instelling van de binneneenheid wordt in onderstaande tabel
getoond.
Koelen/
18 tot 30 °C (64 tot 88 °F) of 20 tot 30 °C (68 tot 88 °F)
Drogen (*1)
VRF-systeem: 10 tot 30 °C (48 tot 88 °F)
Verwarmen
Ander systeem: 16 tot 30 °C (60 tot 88 °F)
Hetzelfde als het bovengenoemde bereik, maar er
Aangepast
zijn temperaturen die niet door de deadband kunnen
auto
worden ingesteld.
Auto (*1)
18 tot 30 °C (64 tot 88 °F) of 20 tot 30 °C (68 tot 88 °F)
*1: De ondergrens van de insteltemperatuur varieert afhanke-
lijk van de plaats waar het apparaat wordt gebruikt.
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Koelen,
Auto of aangepast
Drogen
auto, Verwarmen,
Ventilatie
Koelen,
Auto of aangepast
Drogen
auto, Verwarmen,
Ventilatie
Verwarmen
Auto of aangepast
auto, Koelen, Drogen,
Ventilatie
Verwarmen
Auto of aangepast
auto, Koelen, Drogen,
Ventilatie
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Koelen,
Auto of aangepast
Drogen
auto, Verwarmen,
Ventilatie
Verwarmen
Auto of aangepast
auto, Koelen, Drogen,
Ventilatie