4. Zet de gashendel op SNEL.
5. Zet de chokehendel halverwege tussen AAN en UIT
als u een koude motor start. Als u een warme motor
start, hoeft u de choke niet te gebruiken.
6. Trek de handgreep van de terugloopstarter naar buiten
totdat deze vastgrijpt, trek vervolgens krachtig hieraan
om de motor te starten.
Belangrijk: Trek het startkoord niet tot het eind
naar buiten of laat de handgreep van de starter
niet los als u het koord naar buiten trekt, omdat
dan de kans bestaat dat het koord breekt of het
terugloopmechanisme schade oploopt.
7. Zet de chokehendel op UIT als de motor warm wordt.
De motor afzetten
1. Schakel de tractie en de messenkooi uit en zet de
gashendel op Langzaam en de Aan-/Uit-schakelaar op
Uit.
2. Voordat u de machine stalt, moet u de bougiekabel
losmaken van de bougie om te voorkomen dat iemand
per ongeluk de machine start.
3. Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de maaimachine
opslaat of transporteert in een voertuig.
De machine laten rijden in
Transport
1. Als de machine is uitgerust met de optionele
transportwielen, trap dan de kickstandaard omlaag
met uw voet en trek de handgreep omhoog om de
achterkant van de maaier omhoog te brengen en de
transportwielen te monteren.
2. Om de machine van de kick-standaard te laten, moet u
de handgreep omhoogtrekken en de maaimachine naar
voren duwen. Vervolgens laat u de achterzijde van de
machine zakken op de transportwielen.
3. Controleer of de tractie en de messenkooi zijn
uitgeschakeld, en start de motor.
4. Zet de gashendel op LANGZAAM, kantel de
voorzijde van de machine voorzichtig omhoog, schakel
de tractieaandrijving geleidelijk aan in en verhoog
langzaam de snelheid.
5. Zorg ervoor dat de gashendel zodanig is afgesteld
dat de maaimachine met de gewenste snelheid kan
worden gebruikt, en rij de machine naar de plaats van
bestemming.
6. Schakel de tractie uit, zet de gashendel op Langzaam
en schakel de motor uit.
Voorbereidingen voor het
maaien
1. Als de machine is uitgerust met de optionele
transportwielen, trap de kickstandaard dan omlaag
met uw voet en trek de handgreep omhoog en naar
achteren tot de wielen vrij van de grond komen.
2. Druk de sluitklemmen op de wielen uit de gleuven op
de assen.
3. Schuif de wielen van de assen.
4. Duw het maaidek van de kick-standaard.
Maaien
Bij het juiste gebruik van de machine wordt het gazon
uiterst gelijkmatig gemaaid. Zie ook
gebruik (bladz. 21)
voor elementaire aanwijzingen om uw
maaimachine optimale prestaties te laten leveren.
Belangrijk: Als u het maaidek al te veelvuldig zonder
maaisel (smeermiddel) gebruikt, kan de machine schade
oplopen.
1. Start de motor, zet de gashendel op lage snelheid, duw
de handgreep omlaag om het maaidek omhoog te
brengen, schakel de tractie in en ga met de maaimachine
naar de rand van het gazon.
2. Schakel de tractie uit en schakel de messenkooi in.
3. Schakel de tractie in, geef meer gas totdat de
maaimachine de gewenste snelheid heeft bereikt. Duw
vervolgens de machine het gazon op, laat de voorkant
van de machine neer en begin met maaien.
4. Als u klaar bent met maaien, moet u de machine
het gazon afrijden, de tractie uitschakelen, de motor
afzetten en de messenkooi uitschakelen.
5. Maak de grasmand leeg, monteer de grasmand en begin
met het transport van de machine.
Tips voor bediening en gebruik
Voor het maaien
•
Zorg ervoor dat de maaimachine nauwkeurig is afgesteld
en gelijkmatig op beide kanten van de messenkooi is
geplaatst. Als de machine verkeerd is afgesteld, wordt dit
vele malen versterkt in het uiterlijk van het gazon.
•
Verwijder alle vreemde voorwerpen van het gazon,
voordat u gaat maaien.
•
Houd iedereen, vooral kinderen, en huisdieren uit het
werkgebied.
Maaitechnieken
•
Maai een gazon in een rechte lijn en ga daarbij heen en
weer over het gazon.
•
Maai niet in een cirkel en draai de machine nooit op een
gazon omdat dit hierdoor kan worden beschadigd. Haal
21
Tips voor bediening en