16 Weersverwachting
17 Externe sensoren aansluiten
Het weerstation kan de meetwaarden van maximaal 3 draadloze sensoren van hetzelfde type weerge-
ven. Elke draadloze sensor moet op een apart kanaal worden ingesteld. Ga als volgt te werk om het
kanaal in te stellen:
1. Verwijder het deksel van het batterijvak van de thermo-hygrosensor.
2. Stel de kanaalkeuzeschakelaar in op het gewenste kanaal (CH1, CH2 of CH3).
3. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
4. INSTRUCTIE! Elke aangesloten draadloze sensor moet op een ander kanaal worden ingesteld.
Als er slechts één draadloze sensor is aangesloten, moet deze op CH1 worden ingesteld.
5. Druk ongeveer 3 seconden op de knop CHANNEL om de waarden te resetten en een draadloze
sensor (RF-signaal) te zoeken.
18 MAX/MIN Weersgegevens
De maximale en minimale binnen- en buitentemperaturen en de vochtigheid binnenshuis worden ge-
durende 24 uur door het hoofdtoestel opgeslagen:
1. Druk herhaaldelijk op de MEM-knop om de opgeslagen waarden van het hoofdtoestel en van de
momenteel ingestelde buitensensor één voor één weer te geven.
2. Weergavevolgorde: Maximumwaarden (MAX) > Minimumwaarden (MIN) > Huidige waarden
3. Druk op de MAX/MIN-knop gedurende ca. 3 seconden om alle waarden van de huidige opname-
periode te wissen.
INSTRUCTIE! Alle waarden van de huidige opnameperiode worden ook gewist bij het vervangen
van de batterij.
19 Helderheidsregeling van het display
1. Wanneer u de batterijvoeding gebruikt, drukt u op de SNOOZE/LIGHT knop om het display gedu-
rende ongeveer 7 seconden te activeren.
2. Bij netvoeding (DC 5V) druk het SNOOZE/LIGHT meerdere malen in om de gewenste displayhel-
derheid in te stellen: dimmen - helder - uit
3. OPMERKING: het is niet mogelijk om de helderheid van het display aan te passen bij ge-
bruik van de batterij.
20 Technische gegevens
Basisstation
11 / 16