• In de normale weergavemodus drukt u meerdere malen op de MEM-knop om de max/min waar-
den een voor een weer te geven.
• Druk tijdens de Max/Min-display ongeveer 3 seconden op de MEM-toets om de Max/Min-gege-
vens te wissen. Elke dag om 0:00 uur wordt het max/min-datarecord automatisch gewist.
• In de normale weergavemodus drukt u op de ALARM-toets om de momenteel ingestelde alarmtijd
weer te geven.
13 Alarm instellen
1. Druk op de alarmtoets om de alarmtijd weer te geven.
2. Druk gedurende ca. 2 seconden op de ALARM-knop om de instelmodus voor de alarmtijd te ope-
nen.
3. De in te stellen cijfers knipperen.
4. Druk op de UP-knop of DOWN-knop om de waarde te wijzigen.
5. Druk op de toets ALARM om de invoer te bevestigen en naar de volgende instelling te gaan.
6. Volgorde van de instellingen: Uren > minuten
7. Druk tenslotte op de ALARM knop om de instellingen op te slaan en de instelmodus te verlaten.
8. In de normale weergavemodus drukt u op de ALARM-toets om de momenteel ingestelde alarmtijd
weer te geven.
9. Druk, terwijl het alarm wordt weergegeven, op de ALARM-toets om het alarm in of uit te schake-
len.
14 Snooze-functie
1. Wanneer het alarm afgaat, drukt u op de SNOOZE/LIGHT knop om de sluimerfunctie te activeren.
Het alarm gaat na 5 minuten weer af.
2. Wanneer het alarm afgaat, drukt u op een andere knop om het alarm te stoppen totdat de alarmtijd
weer wordt bereikt.
3. Als er geen toets wordt ingedrukt, wordt het alarm na 2 minuten automatisch uitgeschakeld.
15 Klimaatindicator
1 Droog: droog (luchtvochtigheid <40%)
3 NAT: Vochtig (luchtvochtigheid >70%)
De klimaatindicator is een visuele weergave op basis van de luchttemperatuur en -vochtigheid om het
comfortniveau te bepalen.
Opmerking:
• Het comfortdisplay kan bij dezelfde temperatuur variëren, afhankelijk van de luchtvochtigheid.
• Er is geen comfortdisplay als de temperatuur onder 0°C of boven 60°C ligt.
10 / 16
2 COMFORT: Optimaal (luchtvochtigheid tussen
40% en 70%)