44
S
B e d r i j f s i n s t e l l i n g e n
9 . 2 . 0
Menu 9.2.0 Bedrijfsinstellingen
In de bijbehorende submenu's worden onder andere
instellingen ingevoerd m.b.t. de bijverwarming, vloer-
droging en het terugschakelen naar de fabrieksinstel-
ling.
6 5 ° C
S
M a x . t a p w . t e m p .
9 . 2 . 1
Menu 9.2.1 Max.tapw. temp.
Hier wordt de maximale tapwatertemperatuur weerge-
geven. De waarde wordt gekozen op de printplaat van
de vermogensregeling met knop (102).
S
A a n v o e r d i f f W P
9 . 2 . 2
Menu 9.2.2 Aanvoer diff WP
Als de actuele aanvoertemperatuur afwijkt van de
ingestelde waarde ten opzichte van de berekende
aanvoer, wordt de warmtepomp gedwongen om te
stoppen/starten, ongeacht het aantal graadminuten.
Als de actuele aanvoertemperatuur met de ingestelde
waarde boven de berekende aanvoer ligt, wordt het
aantal graadminuten ingesteld op 1. Als er alleen spra-
ke is van een warmtebehoefte, stopt de compressor.
Als de actuele aanvoertemperatuur met de ingestelde
waarde onder de berekende aanvoer ligt, wordt het
aantal graadminuten ingesteld op -60. Dit houdt in dat
de compressor gaat starten. Als de waarde ook onder
menu 9.2.3 ligt, kan het aantal graadminuten op -400
worden ingesteld. De waarde kan worden ingesteld
tussen 3 en 25 °C.
S
V e r s c h i l W P - b i j v e r w .
9 . 2 . 3
Menu 9.2.3 Verschil WP-bijverw.
Als de actuele aanvoertemperatuur onder de waarde
komt die is berekend op basis van de ingestelde waarde
plus de waarde van menu 9.2.2, wordt de graadminuten-
waarde op -400 ingesteld. Dit betekent dat de bijverwar-
ming direct kan worden ingeschakeld. De waarde kan
worden ingesteld tussen 1 en 8 °C.
Bedrijfsinstellingen
1 3 ° C
3 ° C
Servicemenu's
S
Menu 9.2.4 Bijverwarming
De stand van de elektrische bijverwarming is actief als
Aan wordt weergegeven in de display. Zo niet, dan
wordt Uit weergegeven. Als de stand van de elektri-
sche bijverwarming actief is, kan het elektrische ver-
warmingselement of de circulatiepomp niet worden
geblokkeerd met de bedrijfsstandknop. LET OP!
Selecteer uit om de stand alleen bijverwarming uit
te schakelen en selecteer de gewenste bedrijfs-
stand met de knop Bedrijfsstand.
S
Menu 9.2.5 Shuntgroep 2
In dit menu kiest u Aan of Uit, afhankelijk van de vraag
of er een tweede stooklijnregeling aanwezig is (acces-
soire ESV 21 vereist).
S
Menu 9.2.6 Extern display aanw.
Selecteer hier of de regeleenheid voor Ruimte moet
worden geactiveerd of niet. De waarde kan worden
ingesteld op "Aan" of "Uit". Wordt bij opnieuw starten
gewijzigd in "Uit".
S
Menu 9.2.7 Circ.pomp 1
Hier wordt gekozen of de circulatiepomp doorlopend
actief moet zijn in de zomerstand. De waarde kan wor-
den ingesteld op Aan of Uit. Wordt bij opnieuw starten
gewijzigd in Uit.
S
Menu 9.2.8 Circ.pomp 2
Hier wordt gekozen of de circulatiepomp 2 doorlopend
actief moet zijn in de zomerstand. De waarde kan wor-
den ingesteld op Aan of Uit. Wordt bij opnieuw starten
gewijzigd in Uit.
FIGHTER 1240
U i t
B i j v e r w a r m i n g
9 . 2 . 4
U i t
S h u n t g r o e p 2
9 . 2 . 5
U i t
E x t e r n d i s p l a y a a n w .
9 . 2 . 6
U i t
C i r c . p o m p 1
9 . 2 . 7
U i t
C i r c . p o m p 2
9 . 2 . 8