Inhoudsopgave
Advertenties
4.8.2 Pompbesturing
Maximaal kunnen 2 pompen worden aangestuurd:
de ene direct via het ingebouwde relais, de andere via het pompobject en een geschikte
schakelactor.
Voor elk kanaal kan individueel worden bepaald aan welke pomp deze is toegewezen
(parameter Pomp aansturen).
Zo kunnen met één actor de pompen van 2 verwarmingscircuits worden aangestuurd.
Relais:
Aanduiding
Relais alleen inschakelen als
minstens
(alleen voor schakeluitgang)
Uitschakelvertraging
Relaisstatus cyclisch zenden
Cyclustijd
Deze parameter geldt alleen voor de kanalen die zijn geparametreerd met Soort klepregeling
20
= schakeluitgang. Voor kanalen die 0-10 V-kleppen aansturen, is deze instelling niet relevant.
HMT 6 S / HMT 12 S
Het applicatieprogramma HMT 6 S / HMT 12 S
Waarden
één ingangsstelgrootte
20
een klep werkelijk open
Geen
uitschakelvertraging
2 min, 3 min, 5 min, 7
min, 10 min, 15 min, 20
min, 30 min
nee, alleen bij wijziging
bij wijziging en cyclisch
om de 2 min, om de 3
min
om de 5 min, om de 10
min,
om de 15 min, om de
20 min,
om de 30 min
Beschrijving
Het pomprelais wordt
> 0% is
ingeschakeld zodra de
ingangsstelgrootte van een
kanaal groter is dan 0%.
Net als hierboven, maar de pomp
is
wordt altijd uitgeschakeld als op
grond van de PWM-cyclus alle
kleppen gesloten zijn.
Pomp direct uitschakelen
gedurende een bepaalde tijd
laten doorlopen.
Hoe moet de actuele
relaistoestand worden
gezonden?
Met welke tussenpozen moet het
schakeltelgram voor de pomp
worden gezonden?
40
Advertenties
Inhoudsopgave
