Download Print deze pagina

Een Transducer Handmatig Configureren; Bedradingsschema's Van De Transducer - Garmin GSD 28 Installatie-Instructies

Advertenties

Een transducer handmatig configureren

Voordat u een transducer handmatig kunt configureren, moet u deze op de sonarmodule aansluiten op een
manier die handmatige configuratie mogelijk maakt
pagina 4).
1 Op een kaartplotter die is aangesloten op hetzelfde netwerk als de sonarmodule, selecteert u in een
sonarweergave Opties > Echoloodinstelling > Installatie > Transducers.
2 Selecteer de GSD 28 sonarmodule.
3 Selecteer Handmatige configuratie.
4 Als er meer dan één transducer is aangesloten op de sonarmodule, selecteert u een van de volgende opties:
• Selecteer Laag als u de transducer wilt configureren die is aangesloten op de aansluitingen met het label
LOW.
• Selecteer Hoog als u de transducer wilt configureren die is aangesloten op de aansluitingen met het label
HIGH.
5 Selecteer Handmatig ingeschakeld om handmatige configuratie in te schakelen.
6 Stel de parameters voor uw transducer in.
7 Selecteer OK.
Handmatige transducerconfiguratieparameters
Als de parameters onjuist zijn ingesteld, kan de handmatige transducerconfiguratie uw transducer beschadigen.
Neem indien nodig contact op met de fabrikant van uw transducer om de juiste configuratieparameters te
controleren.
Impedantie: De minimale impedantie van de transducer, in ohm.
Maximaal zendvermogen: Het maximale zendvermogen van de transducer, in watt.
Nominale frequentie: De nominale frequentie van de transducer, in kHz. Als uw transducer geen nominale
frequentie heeft, stelt u deze in op een willekeurige frequentie binnen het bereik. Hierdoor wordt automatisch
een vooraf ingestelde frequentie voor deze transducer ingesteld.
CHIRP: Schakel deze optie in als u een CHIRP transducer configureert.
Onderste 3dB-frequentie: De onderste frequentielimiet van CHIRP scan, in kHz.
Bovenste 3dB-frequentie: De bovenste frequentielimiet van CHIRP scan, in kHz.

Bedradingsschema's van de transducer

Raadpleeg deze schema's om de aansluitpunten van uw transducerdraden op het GSD 28 aansluitblok te
identificeren. Zoek uw transducermodel in de draadkleurtabellen
voor meer informatie.
OPMERKING: Voor een beter zicht is het label van het bedradingsblok in de onderstaande schema's
gedupliceerd. Het GSD 28 toestel heeft één label voor het aansluitblok, dat vóór het aansluitblok is geplaatst.
(Een transducer aansluiten voor handmatige configuratie,
LET OP
(Transducer draadkleurtabellen,
pagina 9)
7

Advertenties

loading