Download Print deze pagina

Garmin GSD 28 Installatie-Instructies pagina 4

Advertenties

De kabels voorbereiden voor aansluiting op de sonarmodule
Controleer voordat u met de installatie begint of uw transducer compatibel is.
OPMERKING: Het toestel ondersteunt geen snelheidswieltjes.
1 Verwijder het deksel van het aansluitblok van de sonarmodule met behulp van een kruiskopschroevendraaier
nr. 2.
2 Maak een van de snoergrepen los en verwijder de rubberen stekker.
Duw de stekker indien nodig helemaal door tot in het aansluitblok.
OPMERKING: Wanneer u twee transducers met enkelvoudig element aansluit, moet u de
transducerkabelklem aan de linkerkant gebruiken voor een transducer met lage frequentie en de
transducerkabelklem aan de rechterkant voor een transducer met hoge frequentie.
3 Leid de transducerkabel door de snoergreep en voer de kabel door tot in het aansluitblok.
OPMERKING: Als uw transducer een connector heeft, knipt u de kabel zo dicht mogelijk bij de connector
door voordat u deze door de snoergreep voert. Gebruik vervolgens een striptang om ongeveer 90 mm
1
(3 
/
 inch) van de buitenmantel en de folielaag te verwijderen , en 6 mm (
2
binnendraad. Vertinnen van de gestripte draaduiteinden wordt aanbevolen.
De draden aansluiten op het aansluitblok
Raadpleeg voordat u de draden aansluit de bedradingsschema's
pagina 7) om de juiste bedradingsconfiguratie voor uw transducer te selecteren en de bedradingstabellen
(Transducer draadkleurtabellen,
1 Sluit het niet-geïsoleerde gedeelte van elke draad aan op het aansluitblok met behulp van een platte
schroevendraaier van 3 mm (
OPMERKING: Wanneer u twee transducers met enkelvoudig element aansluit, moet u de tweede transducer
aansluiten op de dubbele set aansluitingen aan de andere kant van het aansluitblok.
TIP: De behuizing van de primaire transducerkabel bedekt de kabelbundels. Om de bedradingsgroepen in de
bundels gemakkelijker te kunnen identificeren, kunt u tot 2,5 cm (1 inch) van de kabelbehuizing verwijderen.
2 Als de transducer een aparte blootliggende draad van de buitenmantel heeft, sluit u deze met een
kruiskopschroevendraaier nr. 2 aan op een van de twee aardingspennen onder het aansluitblok.
Een transducer aansluiten voor handmatige configuratie
Hoewel de meeste transducermodellen automatisch worden gedetecteerd en geconfigureerd, moet u in
sommige gevallen een transducer handmatig configureren.
1 Sluit de temperatuurdraad aan op de TEMP-aansluiting of plaats een jumper
tussen de TEMP- en GRND-aansluitingen.
2 Voor transducers met twee elementen brengt u een andere jumper aan tussen
de TEMP-aansluiting en de GRND-aansluiting aan het andere uiteinde van het
aansluitblok.
3 Sluit de resterende transducerdraden aan volgens de draadkleurtabel
draadkleurtabellen,
pagina 9).
4 Nadat de sonarmodule is ingeschakeld en verbinding heeft gemaakt met het netwerk, configureert u
de transducer met behulp van een aangesloten kaartplotter
pagina 7).
Vastzetten van de draadaansluitingen
1 Als de draden goed zijn bevestigd, draait u met een 24 mm 1 inch (24 mm) moersleutel de snoergreepmoer
rond de transducerkabel vast.
Als de transducerkabel goed is vastgedraaid, kunt u deze niet uit de behuizing trekken.
2 Trek ongebruikte snoergrepen aan om een afdichting rond de rubberen plug te vormen.
3 Plaats het deksel van het aansluitblok weer terug.
OPMERKING: De sonarmodule werkt niet wanneer het deksel wordt verwijderd.
4
pagina 9) voor specifieke voorbeelden van Garmin draadkleuren.
1
/
inch).
8
1
/
 inch) van de isolatie van elke
4
(Bedradingsschema's van de transducer,
(Transducer
(Een transducer handmatig configureren,

Advertenties

loading