BASISINSTELLINGEN
U kunt het apparaat configureren door de
basisinstellingen naar uw behoefte te
wijzigen.
Aantal
Instellingen
1
Waterhardheid
2
Niveau glans‐
poelsmiddel
3
Eindsignaal
4
Automatische
deur opening
5
Toetstonen
1) Raadpleeg de informatie in dit hoofdstuk voor meer details.
U kunt de basisinstelling in de
instellingsmodus wijzigen.
Als het apparaat in de instellingenstand
staat, vertegenwoordigen de
indicatielampjes op het bedieningspaneel
de beschikbare instellingen. Voor iedere
instelling knippert een aangewezen
indicatielampje:
4
1
3
Waarden
Van niveau 1
tot niveau 10
(standaard: 5)
Van niveau 0
tot niveau 8
(standaard: 5)
Aan
Uit (standaard)
Aan (stan‐
daard)
Uit
Aan (stan‐
daard)
Uit
5
2
1)
Omschrijving
Aanpassen van het niveau van de waterver‐
zachter afgestemd op de hardheid van het
water in uw omgeving.
Aanpassen van het niveau glansspoelmid‐
del volgens de benodigde dosering.
Het geluidssignaal aan het eind van een
programma in- of uitschakelen.
Activeer of deactiveer de Dry Assist.
Activeren of deactiveren van het geluid van
de knoppen als u ze indrukt.
Instellingsmodus
Instellingenmodus ingaan
U kunt de instellingenmodus ingaan
voordat een programma start. U kunt de
instelllingenmodus niet ingaan als er een
programma draait.
Om de de instellingenmodus in te gaan,
drukt u tegelijkertijd op
houdt u die ongeveer 3 seconden vast.
• Het licht dat in verband staat met
en het indicatielampje
knipperen.
• De lampjes
• De lampjes van de
programmaknoppen zijn aan.
en
en
,
en
zijn aan.
35