Wilo RainSystem AF150
4.2.2 Niveausturing en niveau-indicatie regenwaterput
Het regelsysteem bestaat in hoofdzaak uit een microprocessor (CPU) voor de
niveausturing en een schakelbord voor de drukgeregelde aandrijving van de pompen.
Indien er geen water wordt afgenomen, liggen de pompen stil. Bij het openen van een
kraan daalt de druk in het systeem. Indien de inschakeldruk wordt bereikt, zal de eerste
pomp in werking treden. Wordt de gewenste druk niet binnen een vooraf ingestelde tijd
bereikt, dan zal de tweede pomp eveneens in werking treden. Na het sluiten van de
kraan stijgt de druk in het systeem en beide pompen worden achtereenvolgens
uitgeschakeld. Alle toestanden van werking en defecten met betrekking tot de niveau-
sturing verschijnen op het LCD scherm.
Een foutmelding van de niveausturing wordt opgeheven met de knop
Pos.5).
De normale werking van de niveausturing wordt aangegeven door een groene LED
(afbeelding 2, Pos.6) boven de
Niveau-indicatie
De waterstand kan voor elk tanktype (kunststof, beton, metaal) en voor verschillende
tankvormen (vierkant, rechthoek, staande of liggende cilinder, bolvorm) worden
weergegeven. De aanduiding gebeurt in % ten opzichte van het max. niveau. Het
maximum niveau in de regenput wordt door de niveausensor gemeten. De niveausensor
van de AF 150 heeft een meetbereik van 0 tot 5 m WK en moet in menu 2.03
(sensortype) ingesteld worden.
OPGELET !
Alle gegevens nodig voor de niveau-indicatie i.v.m. vorm en afmetingen van de
regenput worden in menu 2.04 – 2.07 geprogrammeerd.
Menu 2.04 Tankvorm: hier wordt de geometrische vorm van de tank ingegeven. Dit
is noodzakelijk voor het berekenen van het waterpeil.
Menu 2.05 Tankhoogte: hier wordt de hoogte van de tank ingegeven. In het geval
van een liggende cilinder is dit de diameter van de cilinder (zie afbeelding 5).
Menu 2.06 Hoogte sensor: hier wordt de hoogte van de sensor t.o.v. de bodem
ingegeven (absolute waarde).
Menu 2.07 Hoogte overloop: hier wordt de hoogte van de overloop t.o.v. de bodem
ingegeven (absolute waarde). Bij de berekening van het waterpeil wordt enkel
rekening gehouden met het bereik tussen de montagehoogte van de sensor (menu
2.06) en de montagehoogte van de overloop (menu 2.07). De ruimte onder de sensor
en boven de overloop wordt niet in aanmerking genomen. Beide niveaus worden als
absolute waarde t.o.v. de bodem beschouwd.
WILO NV • Rusatiralaan 2 • B – 1083 Ganshoren • Tel. 02 482 33 33 • Telefax 02 482 33 30 • eMail : Wilo@info.com
Niveaudetecties van meer dan 5 m zijn met de niveausensor
0 – 5 m WK niet mogelijk !
knop.
7
(afbeelding 2,