3)
Meetgegevens overdragen
Als u de volgende procedure volgt, verloopt de overdracht van de gegevens automatisch
na de koppeling.
Schakel draadloze communicatie in op de ontvanger.
①
Druk op de START/STOP-knop om met de bloeddrukmeting te beginnen.
②
Na de meting worden de meetgegevens automatisch naar de ontvanger
verstuurd.
Als de functie F20 van de automatische bloeddrukmeter op OFF (uit) staat, kunnen er geen
gegevens ontvangen of verzonden worden. Zorg dat F20 niet op OFF (uit) staat.
Als de ontvanger geen meetgegevens kan ontvangen, probeer dan de apparaten opnieuw
te koppelen.
De communicatieafstand tussen deze meter en de ontvanger hangt af van de klasse van de
Bluetooth-uitgang op de ontvanger.
Werkt u met een Bluetooth-ontvanger van class 1: minder dan 100 meter.
Werkt u met een Bluetooth-ontvanger van class 2: Minder dan 10 meter.
Deze afstand wordt ook beïnvloed door de omgeving. Controleer of de afstand geschikt is
om gegevens over te dragen.
Als de ontvanger geen meetgegevens kan ontvangen, worden deze samen met de meettijd
tijdelijk in het geheugen van de meter opgeslagen. Er kunnen in totaal 200 sets met
meetgegevens automatisch worden opgeslagen. Als er 200 sets zijn opgeslagen, worden de
oudste gegevens verwijderd en de nieuwste opgeslagen.
De opgeslagen gegevens in het geheugen worden overgedragen zodra er een verbinding met
een ontvanger tot stand komt. Als ontvangst wordt bevestigd, worden de gegevens automatisch
verwijderd. De hoeveelheid gegevens die tijdelijk kan worden opgeslagen, kan per ontvanger
verschillen.
OPMERKING
41