4.2 Montageposities RLD80
De volgende montageposities moeten in acht worden genomen bij het monteren van de RLD80.
45° ≤ α ≤ 315°
180°
4.3 Montage RLD80
Monteer de RLD80 volgens onderstaande instructies en op een montagepositie zoals beschreven in
§4.2.
1
2
3
315° < α < 45°
90°
45°
α=0°
315°
270°
Zorg voor een stabiele bevestiging van de RLD80 zodat
de geleverde krachten voldoende worden opgevangen
door de (gebouw)constructie.
Zorg bij montage dat de motorkap van de RLD80 goed
toegankelijk blijft zodat aansluiten en inleren van de
RLD80 geen problemen oplevert.
Voor het boren van de bevestigingsgaten kan gebruik
gemaakt worden van het meegeleverde boorsjabloon.
Met behulp van het boorsjabloon kunnen de boorgaten
op de muur of constructie worden afgetekend.
Aftekenen kan ook zonder sjabloon, gebruik dan de
posities zoals hiernaast aangegeven.
T +31 (0)341 416 854 F +31 (0)341 416 611 I www.ridder.com
45° ≤ α ≤ 315°
180°
Ridder Drive Systems
9
315° < α < 45°
90°
45°
α=0°
315°
270°