■
Vergrendeling van de KOELEN/VERWARMEN modus
De vergrendeling van de KOELEN/VERWARMEN modus moet apart worden geprogrammeerd bij de eerste installatie. Neem
voor meer informatie contact op met een erkende dealer. Met de KOEL/WARM modusvergrendeling wordt het apparaat
geforceerd op de KOELEN of VERWARMEN functie ingesteld. Deze functie is handig wanneer u alle binnenunits aangesloten
op het multisysteem op dezelfde werkingsmodus wilt instellen.
OPMERKING
• De KOEL/WARM modusvergrendeling kan niet geactiveerd worden samen met de voorkeursruimte-instelling.
■
Voorkeursruimte-instelling
De voorkeursruimte-instelling moet apart worden geprogrammeerd bij de eerste installatie. Neem hierover contact op met een
officiële dealer.
De ruimte die is geprogrammeerd als de voorkeursruimte krijgt prioriteit in de volgende situaties.
Werkingsmodus prioriteit
• Aangezien de werkingsmodus van de voorkeursruimte prioriteit heeft, kan de gebruiker een andere werkingsmodus voor
de andere ruimtes inschakelen.
[Voorbeeld]
• Ruimte A is in de voorbeelden de voorkeursruimte.
Wanneer de KOELEN functie is geselecteerd in ruimte A terwijl in de ruimtes B, C en D de volgende modi zijn
ingeschakeld:
Werkingsmodus in ruimte B,
C en D
KOELEN of DROGEN of
VENTILATOR
VERWARMEN
AUTO
Prioriteit bij gebruik van de KRACHTIG functie
[Voorbeeld]
• Ruimte A is in de voorbeelden de voorkeursruimte.
De binnenunits in de ruimtes A, B, C en D zijn allemaal ingeschakeld. Als het apparaat in ruimte A op de KRACHTIG
functie wordt ingesteld, zal de gehele capaciteit van het systeem worden toegewezen aan ruimte A. In dat geval zal het
koeleffect (verwarmingseffect) van de apparaten in de ruimtes B, C en D licht afnemen.
Prioriteit bij gebruik van de BUITENUNIT STIL functie
[Voorbeeld]
• Ruimte A is in de voorbeelden de voorkeursruimte.
Door enkel het apparaat in ruimte A op de STIL functie in te stellen, zal de airconditioner de BUITENUNIT STIL functie
inschakelen.
Het is niet nodig om alle bestuurde binnenunits op de STIL functie in te stellen.
Status van ruimte B, C en D wanneer het apparaat in ruimte A in de KOELEN functie is gezet
Huidige werkingsmodus blijft ingeschakeld
Het apparaat wordt in de standby-modus geschakeld. Werking wordt hervat wanneer het apparaat
in ruimte A wordt uitgeschakeld.
Als het apparaat in de KOELEN functie is gezet, zal de werking worden voortgezet. Als het apparaat
in de VERWARMEN functie is gezet, zal de standby-modus worden ingesteld. Werking wordt hervat
wanneer het apparaat in ruimte A wordt uitgeschakeld.
30