Flowmeter Proline Prosonic Flow P
8.
Plaats de sensorkabel in elke individuele sensor tot de eindaanslag en draai de
borgmoer vast.
24
Montage van de sensoren en aansluiten van de sensorkabels
Hiermee is de montageprocedure afgerond. De sensoren kunnen nu op de
transmitter worden aangesloten met de sensorkabels en de foutmeldingen kunnen
worden gecontroleerd met de sensor-check-functie.
• Om goed akoestisch contact te waarborgen, moet het zichtbare meetbuisoppervlak
schoon zijn en vrij van verf en/of roest.
• Wanneer de sensor van de meetbuis wordt gedemonteerd, moet deze worden
schoongemaakt en moet nieuwe koppelgel worden aangebracht (wanneer er geen
koppelkussen is).
• Op ruwe meetbuisoppervlakken, moeten de openingen in het ruwe oppervlak worden
gevuld moet voldoende hoeveelheid koppelgel wanneer gebruik van het koppelkussen
niet voldoende is (kwaliteitscontrole installatie).
5.2.5
Montage van de transmitterbehuizing
VOORZICHTIG
L
Omgevingstemperatuur te hoog!
Gevaar voor oververhitting elektronica en vervorming van de behuizing.
‣
Overschrijd de maximaal toegestane omgevingstemperatuur niet .
‣
Bij buitenopstelling: vermijd direct zonlicht en blootstelling aan het weer, vooral in regio' s
met een warm klimaat.
VOORZICHTIG
L
Overmatige kracht kan de behuizing beschadigen!
‣
Vermijd overmatige mechanische spanning.
De transmitter kan op de volgende manieren worden gemonteerd:
• Paalmontage
• Wandmontage
Endress+Hauser
Montageprocedure
A0043386
35