Montageprocedure
11
Houder met bevestigingsbanden (grote nominale diameters)
1
Bandbout met geleider*
2
Bevestigingsband*
3
Spanschroef
*De afstand tussen de bandbouten en de bevestigingsbandvergrendeling moet minimaal 500 mm (20 in) zijn.
• Voor 1-traverse montage met 180° (tegenoverliggend) (eenweg-meting, A0044304),
(tweeweg-meting, A0043168)
• Voor 2-traverse montage (eenweg meting, A0044305), (tweeweg meting,
A0043309)
• Elektrische aansluiting
Sensorhouder met opgelaste bouten )
Kan worden gebruikt voor
• Meetinstrumenten met meetbereik DN 50 tot 4000 (2 tot 160")
• Montage op leidingen DN 50 tot 4000 (2 tot 160")
Procedure:
• De opgelaste bouten moeten worden bevestigd met dezelfde installatie-afstanden als de
montagebouten met bevestigingsbanden. De volgende hoofdstukken behandelen het
uitlijnen van de montagebouten, afhankelijk van de montagemethode en de meetmethode:
• Installatie voor meting via 1 traverse → 27
• Installatie voor meting via 2 traversen → 32
• De sensorhouder is standaard vastgezet met een borgmoer met metrisch M6 ISO-
schroefdraad. Wanneer ander schroefdraad voor de bevestiging moet worden gebruikt,
moet een sensorhouder met een afneembare borgmoer worden gebruikt.
24
1
3
2
3
Flowmeter Proline Prosonic Flow P
Endress+Hauser
A0043374