4 In gebruik nemen en bediening
4 In gebruik nemen en bediening
Gevarenzone
Voor het maaien
Messen controleren.
Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen aangebracht, niet defect en op be-
schermstand staan.
Voor werkbegin moeten vreemde voorwerpen van het te bewerken oppervlak wor-
den verwijderd. Let bij het werken op verdere vreemde voorwerpen en verwijder die
op tijd.
Transportstand
De aanwezigheid binnen de gevarenzo-
ne van de machine tijdens het starten en
gebruik is verboden.
Merkt de bediener, dat personen of dieren aan-
wezig zijn binnen de gevarenzone, moet de
machine onmiddellijk worden uitgeschakeld en
mag niet opnieuw worden gestart, tot deze zone
vrij is.
De gebruiker is verantwoordelijk voor iedereen
die zich binnen de werkzone (het gehele te be-
werken oppervlak) bevindt.
Voor een eenvoudiger transport kan de zijmaaier
op transportstand worden gezet.
Trek hiervoor aan de handgreep van de gren-
delpen (1) en til de zwenkarm van de zijmaaier
op. Laat de grendelpen (1) weer los zodra hij
zich voor de passende opening bevindt.
Zijmaaier 9646 111, -211
13