Waterontharder instellen
De wateronderharder moet mechanisch en elektronisch worden inge-
steld.
3
Om kalkafzettingen op servies en in de afwasautomaat te voorkomen,
moet het servies met zacht d.w.z. kalkarm water worden afgewassen.
De waterontharder moet volgens de tabel op de waterhardheid binnen
uw woongebied worden ingesteld. Informatie over de plaatselijke wa-
terhardheid kunt u bij het betreffende waterleidingbedrijf verkrijgen.
De afwasautomaat moet uitgescha-
keld zijn.
Mechanische instelling:
1. De deur van de afwasautomaat ope-
nen.
2. De onderste korf uit de
afwasautomaat nemen.
3. De schakelaar voor het hardheidsbe-
reik aan de linkerzijde van de kuip op
O of 1 draaien (zie tabel).
Elektronische instelling:
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3
Als indicaties van de programmatoetsen branden, is een afwasprogram-
ma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indruk-
ken.
Alle extra indicaties van de programmatoetsen gaan uit.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 4 knipperen.
3. Functietoets 1 indrukken.
De LED-indicatie van de functietoets 1 knippert.
De multidisplay geeft het ingestelde hardheidsniveau aan.
4. Het drukken op de functietoets 1 verhoogt het hardheidsniveau
met 1.
(Uitzondering: na hardheidsniveau 10 volgt hardheidsniveau 1).
9