Inhoudsopgave
Advertenties
5.2. BEDIENING EN ONDERHOUD
●
Het wordt aangeraden om alle bedienings- en montagerichtlijnen in hoofdstuk 3 en 4 zorgvuldig te analyseren.
● De behuizing van het apparaat is onderhoudsvrij.
● De warmtewisselaar moet regelmatig worden gereinigd van stof en vet. Het wordt vooral aanbevolen om de wisselaar vóór het stookseizoen te reinigen met behulp van perslucht aan de
luchtinlaatzijde (na het verwijderen van het inlaatrooster). U moet speciale aandacht besteden aan de lamellen van de wisselaar, die erg kwetsbaar zijn.
● Mochten de lamellen vervormd (verbogen) zijn, maak ze dan recht met een speciaal gereedschap.
● De motor van de ventilator heeft geen enkele onderhoudsbeurt nodig, de enige onderhoudswerkzaamheden die nodig kunnen zijn, zijn het reinigen van de luchtinlaten van stof en vet.
● Schakel de fasespanning uit als het apparaat voor langere tijd wordt uitgeschakeld.
● De warmtewisselaar heeft geen vorstbeveiliging.
● Het wordt aanbevolen om de warmtewisselaar periodiek te ontluchten, bij voorkeur met perslucht.
● Als de temperatuur in de ruimte onder 0 °C daalt, met gelijktijdige daling van de temperatuur van het verwarmingsmedium, bestaat het risico dat de warmtewisselaar bevriest (barst).
● Het niveau van luchtverontreinigende stoffen moet voldoen aan de criteria voor toelaatbare concentraties van verontreinigende stoffen in de binnenlucht, voor niet-industriële gebieden, het
niveau van stofconcentratie tot 0,3 g/m³.
● Het is verboden om het apparaat te gebruiken tijdens de bouwwerkzaamheden, behalve voor het opstarten van het systeem.
● De apparatuur moet worden gebruikt in ruimtes die het hele jaar door worden gebruikt en waarin geen condensatie optreedt (grote temperatuurschommelingen, vooral onder het dauwpunt van
het vochtgehalte). Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan directe UV-stralen.
● Het apparaat moet worden gebruikt bij een aanvoerwatertemperatuur tot 90 ° C met werkende ventilator.
6. STORINGEN
Symptonen
● Montage van de warmtewisselaaraansluitingen, met behulp van twee sleutels
die in twee tegengestelde richtingen werken (breng de sleutels aan op elke
aansluiting), die beschermt tegen de mogelijkheid van inwendig breken van de
verzamelleidingen.
● Verband tussen het lekken en een mogelijke mechanische schade aan de
uitwisselaar.
● Lekken van ontluchtingsventielelementen of aftapplug.
● Parameters van het verwarmingsmedium (druk en temperatuur) mogen de
Lekkage in de
toegestane waarden niet overschrijden.
AC W100-200
● Correctheid van het aftappen van de wisselaar.
warmtewisselaar
● type middel (het mag geen agressieve stof Al of Cu actief zijn),
● Omstandigheden waarin lekkage is opgetreden (bijvoorbeeld tijdens het testen
/ eerste opstart van het systeem; na het aflaten van het verwarmingsmedium,
gevolgd door het vullen van het systeem) en de externe omgevingstemperatuur
op het moment van het optreden van het defect (bevriezingsgevaar naar de
wisselaar).
● Potentieel agressieve atmosfeer (lucht) op de werkplek (bijv. Hoge
ammoniakconcentratie in de rioolwaterzuiveringsinstallatie).
● Installatie van het apparaat volgens de richtlijnen in de Bediening en
Onderhoudsdocumentatie (oa de afstand tot het plafond).
● Correctheid van de horizontale uitlijning van het apparaat.
● Correctheid van elektrische aansluitingen en kwalificaties van
De ventilator van het
● Parameters van de voedingsstroom (oa: spanning, frequentie).
apparaat werkt te hard
● Onjuiste plaatsing van het luchtgordijn in het systeemplafond.
AC W100-200 / E100-200
● Lawaai bij lagere snelheden (beschadigde wikkeling).
/ C100-200
● Geluid alleen aanwezig bij de hogere snelheden - blokkering van de luchtuitlaat.
● Type andere apparatuur die in de faciliteit werkt (bijv. Afzuigventilatoren) -
toenemend geluid kan het gevolg zijn van het gelijktijdig werken van meerdere
apparaten.
● Juistheid en kwaliteit van elektrische aansluitingen en kwalificaties van de
installateur.
● Parameters van de voedingsstroom (onder andere: spanning, frequentie) op het
klemmenblok van de ventilatormotor.
De ventilator in het
● Operationele correctheid van andere apparaten die in de faciliteit aanwezig zijn.
apparaat werkt niet
● Correcte montage van de leidingen aan de motorzijde
AC W100-200
● Spanning op de PE-geleider (indien aanwezig, kan dit duiden op een storing).
/ E100-200 / C100-
200
● Beschadiging, verkeerde aansluiting of montage van een wandcontroller
● Omstandigheden waarin het defect is opgetreden: opmerkingen op de vrachtbrief,
Beschadigde behuizing
inventarisatie, staat van karton).
van het apparaat
AC W100-200
/ E100-200
/ C100-200
● Juistheid en kwaliteit van elektrische verbindingen (strak klemmen van geleiders in
elektrische aansluitingen, doorsnede en materiaal van elektrische geleiders) en de
kwalificaties van de installateur.
HMI-EC CONTROLLER
● Parameters van de voedingsstroom (oa: spanning, frequentie).
werkt niet / is verbrand
● Operationele correctheid van het AC-apparaat, wanneer het rechtstreeks op de
voeding is aangesloten (waarbij de controller wordt genegeerd).
● Of de gebruiker het "handwiel" niet heeft beschadigd, bijv. door hem 360˚ te
draaien, of de schakelaar, b.v. door het in de tussenpositie te houden.
● Correctheid van elektrische aansluitingen en kwalificaties van de installateur.
● Operationele juistheid van de thermostaat (het kenmerkende "tikken" bij het
Servomotor opent de
schakelen van het apparaat).
klep niet
● Parameters van de voedingsstroom (oa: spanning).
● Correctheid van elektrische aansluitingen en kwalificaties van de installateur.
De thermostaat in de
● Operationele juistheid van de thermostaat (het kenmerkende "tikken" bij het
AC controller zendt
schakelen van het apparaat).
geen signaal naar de
● Operationele correctheid van de servomotor.
servomotor
● Parameters van de voedingsstroom (oa: spanning).
● Plaats van installatie thermostaat / servomotor in de kamer.
12
AC 100-200
Wat te controleren
Omschrijving
● Let vooral op de mogelijkheid van bevriezing van de warmtewisselaar in de
winter. 99% van de lekken treden op tijdens het opstarten / drukcontroles.
Het verhelpen van het defect bestaat uit het terugtrekken van de
ontluchtings- / aftapkraan.
● Minimale afstand: 10 cm vanaf het plafond
● Een luidere werking van AC-apparaten kan het gevolg zijn van een
onjuiste montageplaats: bijv. verstikking van de ventilator of de akoestische
kenmerken van een kamer.
● De elektrische aansluiting van het apparaat moet worden uitgevoerd
volgens de schema's in de bedienings- en onderhoudsdocumentatie.
● Het wordt aanbevolen om het apparaat te controleren door het gordijn
rechtstreeks op de voeding aan te sluiten en de werking van de
elektromotor te forceren door de juiste clips van de klemmenstrook van het
apparaat en vervolgens de klemmenstrook in de controller kort te sluiten.
● Mocht de behuizing defect zijn, dan is het vereist om foto's van het karton
en het apparaat te overleggen, evenals foto's die de overeenstemming
tussen het serienummer op het apparaat en het karton bevestigen. Als
de schade is ontstaan tijdens het transport, is het noodzakelijk om een
deugdelijke verklaring op te stellen van de chauffeur / expediteur die de
goederen heeft afgeleverd.
● Het wordt aanbevolen om het apparaat te controleren door het gordijn
rechtstreeks op de voeding aan te sluiten en de werking van de
elektromotor te forceren door de juiste clips van de klemmenstrook van het
apparaat en vervolgens de klemmenstrook in de controller kort te sluiten.
● De belangrijkste stap is om te controleren of de servomotor binnen 11 s op
de elektrische impuls heeft gereageerd. Wanneer servomotorschade wordt
geclaimd, moet een klacht worden ingediend voor het beschadigde element
en moet de servomotor van de klep worden gedemonteerd om de klep
mechanisch (permanent) te openen.
● Als het "tikkende" geluid niet te horen is, is de thermostaat mechanisch
beschadigd en moet deze worden onderworpen aan de klachtenprocedure.
De thermostaat kan ook worden geïnstalleerd in een ongeschikte ruimte, die
onderhevig is aan temperatuurbewaking.
Advertenties
Inhoudsopgave
