Algemene informatie ........................1 1.1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften ..................2 Beschrijving van een alarminstallatie ..................3 3. Beschrijving van het codebediendeel C.10-5 LC/SC ................4 4. Standaard symbolen op de display ...................... 8 4.1 Verschillende code types ...................... 9 Code voor een ondercentrale ..................9 Code voor een vaste Code voor meerdere ondercentrales ........
1. Algemene informatie De EUROTEC centrale van het C.10 gamma werd ontworpen om het beste te halen uit de verschillende elementen waaruit uw anti-inbraak alarmsysteem bestaat. Indien u een service of informatie nodig heeft omtrent uw beveiligingssysteem, zijn accessoires, de garantie of het jaarlijkse onderhoud, staat uw Eurotec installateur steeds paraat om u verder te helpen.
1.1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften De Eurotec producten werden gekeurde door bevoegde testinstanties binnen de alarmsector. Demonteer of open nooit een alarmcentrale of zijn accessoires, zelfs niet gedeeltelijk. Snijd niet in of beschadig nooit de bekabeling. Bij het gebruik van uw beveiligingssysteem moeten volgende veiligheidsvoorschriften in acht genomen worden: •...
2. Beschrijving van een alarminstallatie Een alarmsysteem bestaat doorgaans uit: een centrale (het brein van de installatie), uitgerust met een interne batterij die de correcte • werking van uw systeem garandeert, ook bij langere stroomonderbrekingen (230V). • één of meerdere codebediendelen, één of meerdere tags lezers (max.
3. Beschrijving van het codebediendeel C.10-5 LC/SC ETC.C.10_USER _NL_031219...
Pagina 10
In de nieuwe versie van het codebediendeel (H/W 1.1) kan men de tekst op de eerste lijn wijzigen (standaard is dit « EUROTEC »). Gelieve uw installateur te raadplegen. De eerste lijn blijft steeds onveranderd, terwijl de tweede lijn de informatie weergeeft over de statusveranderingen en gebeurtenissen komende van uw alarmsysteem of uit het gebruikersmenu.
Pagina 11
❸ Systeemstatusindicator (Ingeschakeld / Uitgeschakeld) ❹ Systeemstatusindicator gedeeltelijke bewapening ❻ Zone Status Indicator Afhankelijk van de grootte van uw alarmsysteem heeft uw installateur de verschillende zones in één of meerdere “ondercentrales” ondergebracht. Wanneer het LCD scherm het nummer of de naam van een ondercentrale toont, dan geven de drie LEDs de status van deze ondercentrale weer.
❼ Algemene informatieknop 'i' De “i” toets heeft verschillende functies die in een apart hoofdstuk hieronder beschreven worden. ❽ Functietoetsen (F1 - F4) Deze toetsen zijn altijd bereikbaar, ook als het deurtje van het toetsenpaneel gesloten is. De toetsen F1 tot F4 zijn de functietoetsen. Ze kunnen voorgeprogrammeerde acties uitvoeren, zoals bijvoorbeeld, het systeem inschakelen (zie bijlage in het midden van dit boekje).
4. Standaard symbolen op de display In rusttoestand geeft de display datum en uur weer. Wanneer u op de M toets of i toets drukt, ziet de status van het systeem of de verschillende onderdelen, ook wel « ondercentrales » genoemd. CE#00 ...
4.1 Verschillende code types Om een centrale te beheren, bestaan er verschillende types van codes. Hieronder leggen wij alle types uit, met uitzondering van de « Master » code waarvoor een aparte handleiding bestaat. Code voor een ondercentrale Dit is de meest voorkomende en eenvoudigste code. De ingaven van de code is rechtstreeks gelinkt aan de gewenste actie.
Uitschakeling Wanneer u systeem in werking is en u door een ingangszone gaat, zoals bijvoorbeeld een voordeur, dan geeft het bediendeel een regelmatig geluid en ziet u op de display : > Code INBRENGEN < Dit is de ingangstijd. Geef uw code in gevolgd door « M ». Het scherm toont : Huis CE#00...
Pagina 16
Na een alarm... Wanneer tijdens uw afwezigheid een zone detecteert volgend op een indringing, gaat de centrale in « echt alarm » mode. De geprogrammeerde uitgangen worden geactiveerd (meestal alle sirenes) en, als uw centrale is uitgerust met een telemelder, zal deze de voorgeprogrammeerde nummers bellen. Het bediendeel geeft een continu geluid en toont de getroffen zones : AL:05 AL: Deur Salon...
Code voor een vaste Code voor meerdere ondercentrales Wanneer een gebruiker meerdere deelcentrales moet kunnen inschakelen, is het niet altijd praktisch een specifieke code te gebruiken per deelcentrale. Er bestaat dan een code die toelaat een keuze te maken van de in te schakelen deelcentrales. In onderstaand voorbeeld, voegen we de deelcentrale «...
Code voor meerdere ondercentrales Het gaat om een meer complex codetype dat kan handelen op meerdere centrales. Eens de code is ingegeven wordt de lijst van toegankelijke ondercentrales beschikbaar en wordt de status van elke ondercentrale weergegeven met een acroniem. Het is mogelijk door de lijst te gaan met behulp van de toetsen ▲(2) en ▼(8).
Pagina 19
>CE#03 >> >Ap. Mr Josh >> Drukt u nogmaals op toets 8 (), dan ziet u de status van de 3de ondercentrale toegankelijk met deze code : >CE#04 ≡≡ >Ap. Mme Lore ≡≡ In dit voorbeeld is het appartement van Mevr Lore onder toezicht (ingeschakeld). Door «...
Pagina 20
Na een alarm … Er is een alarm in het salon van Dhr. Josh. De sirenes loeien en het bediendeel toont : AL:07 AL:Salon Josh Geef uw code in gevolgd door « M » en druk op 8 () totdat de ondercentrale wordt weergegeven die overeenkomt met het appartement van Dhr.
Code voor meerdere ondercentrales en meerdere deelcentrales Het gaat om de krachtigste (behalve de master code), maar ook de meest complexe code. Hierbij worden de faciliteiten van de twee bovenstaande paragrafen gecombineert. De verschillen met de code die toegewezen is aan meerdere ondercentrales zijn de acties voor indienststelling : wanneer men op “M”...
5. Het gebruik van de functietoetsen 5.1 Het gebruik van F1, F2, F3 en F4 functietoetsen. Het is mogelijk voorgeprogrammeerde acties te starten vanaf de functietoetsen (F1 tot F4) op het codebediendeel. Door op één of meerdere functietoetsen te drukken, kan u: de hoofdcentrale, ondercentrale of deelcentrale inschakelen, een paniekoproep lanceren, een deur openen, een lamp aansteken enz.
5.2 Het gebruik van de i-toets Zoals we al gezien hebben is het gebruik van de « i » toets gelijk aan de « M » toets, op voorwaarde dat het systeem in de ruststand staat (weergave van datum en tijd). Door op deze toets te drukken, kan men via het scherm de status van het systeem bekijken.
Voorbeeld: Als in de lijst vermeld staat dat Pieter de houder is van afstandbediening nr. 00 en « T2 : Paniek », dan wordt een paniekalarm geactiveerd wanneer Pieter op knop 2 drukt. Figuur 1: Afstandbediening FW-RMTS 5.4 Het gebruik van de Tags met de proximity lezer Als uw bediendeel voorzien is van een proximity lezer (C.10-5 Prox), dan is het mogelijk uw systeem in/uit te schakelen op dezelfde manier als met de afstandbediening.
Bediening op afstand U kan ook naar de centrale bellen om een conversatie mode op te starten of om diverse acties te lanceren, of om de status van uw centrale te kennen. U dient nauwkeurig volgende procedure te volgen: Voer het telefoonnummer in. 1.
Alarmcodes Bij een alarm worden de verschillende zones in alarm weergegeven op de LCD display. In onderstaande tabel vindt u de verschillende mogelijkheden in de kolom «normale weergave» Normale weergave Betekenis AL05 AL:05 of AL:Salon Alarm in een normale zone EN01 EN:01 of EN:Voordeur Alarm in een ingangszone...