6.
EINDE SIRENETEST
of
C. De temperatuur weergeven
7.
TEMPERATUUR TEST
8.
Z01 +19.5°C
Z01:Temp. Sensor
Z01 +19.5°C
Woonkamer
9.
EINDE APP. TEST
of
D. Om alle andere apparaten te testen
TEST ALLE APP.
10.
11.
NIET ACTIEF NNN
D-306541 KP-250 PG2 Gebruikershandleiding
Zodra alle sirenes getest zijn, zal de centrale de sirenes testen van de rookmelders
die in het alarmsysteem ingeleerd zijn. Het scherm toont nu [Zxx: ROOKSIRENE]
op de eerste regel en [<NEXT of <OK>] op de tweede regel, waarbij "Zxx" naar het
zonenummer van de rookmelder verwijst. Gedurende deze tijd zal de sirene van de
geteste rookmelder gedurende één minuut klinken.
Druk op
om de sirene van de volgende rookmelder te testen.
Als alle sirenes zijn getest, toont het display [EINDE SIRENETEST]. Druk op de
toets
of
ter bevestiging van de test en ga dan door met de volgende
stap: de weergave van de zonetemperatuur.
Het scherm toont nu [TEMPERATUUR TEST].
Om de temperatuur van de zones op de KP-250 PG2 te tonen, drukt u op
6
De KP-250 PG2 leest de temperatuur van elke zone. Het display schakelt tussen
temperatuur, sensornummer en sensorlocatie.
Klik herhaaldelijk op de toets
temperatuursensor).
Nadat de temperatuur van alle zones bekeken is, toont het scherm [EINDE APP.
TEST]. Druk op
of op de toets
verder naar de volgende stap om de andere apparaten te testen.
Het scherm toont nu [TEST ALLE APP.].
Druk op
om de testprocedure van de apparaten te starten.
Het scherm toont nu [NIET ACTIEF NNN]. NNN geeft het aantal in het systeem
ingeleerde apparaten aan die nog niet getest zijn. Dit aantal daalt automatisch één
cijfer voor ieder getest apparaat. Druk op
starten.
8. Testmode met gebruikerscode
7
om de temperatuur van elke zone te zien (via
om de test te bevestigen en ga dan
om de test van de apparaten te
.
57