Download Print deze pagina

Danfoss VSH088 Series Instructies pagina 3

Advertenties

Instructies
1 – Inleiding
Deze instructies hebben betrekking op de VSH
scrollcompressoren met variabel toerental voor
airconditioningsystemen. Ze bevatten de beno-
digde informatie over een juist en veilig gebruik
van dit product.
2 – Hantering en opslag
• Ga voorzichtig met de compressor om.
Gebruik de hiervoor bedoelde handgrepen in
de verpakking. Maak gebruik van het hijsoog
van de compressor en gebruik relevante en
veilige hijsapparatuur.
• Houd de compressor bij transport en opslag
rechtop.
• Sla de compressor op bij een temperatuur
tussen -35 en 55 °C.
• Stel de compressor en de verpakking niet bloot
aan regen of een corroderende omgeving.
3 – Veiligheidsmaatregelen voorafgaand aan
montage
Gebruik de compressor nooit in een brandge-
vaarlijke omgeving.
• De omgevingstemperatuur van de compres-
sor in ruststand mag niet hoger zijn dan
50 °C.
• Plaats de compressor op een horizontale,
vlakke ondergrond met een maximale helling
van 3°.
• De voedingsspanning van de compressor
kan uitsluitend worden geleverd door een
frequentieomvormer. Zorg ervoor dat de fre-
quentie omvormer specifiek geschikt is voor
de compressor (vermogensklasse en span-
ning: ingang & uitgang). Parameter 1.13 voor
de frequentieomvormer vermeldt de moge-
lijke combinaties van compressoren, frequen-
tieomvormers en koudemiddelen.
• Gebruik bij de installatie van een VSH gereed-
schap dat uitsluitend wordt gebruikt voor
HFK-koudemiddelen en nog nooit is gebruikt
voor CFK-koudemiddelen.
• Gebruik schone en droge koperleidingen die
geschikt zijn voor koeltoepassingen, en sol-
deermateriaal met zilverlegering.
• Gebruik schone en droge systeemcomponen-
ten.
• De leidingen die worden aangesloten op de
compressor moeten flexibel zijn in drie rich-
tingen, om trillingen te dempen.
• Zorg ervoor dat de installatie is uitgerust met
veiligheidscomponenten voor hoge druk
(bijv. pressostaat, overdrukventiel) om het
barsten van drukhoudende componenten te
voorkomen.
4 – Montage
• Laat de beschermende stikstofvulling lang-
zaam vrijkomen via het Schräderventiel.
• Sluit de compressor zo snel mogelijk aan op
het systeem om vervuiling van de olie door
omgevingsvocht te voorkomen.
• Voorkom dat materiaal in het systeem
terechtkomt bij het snijden van de leidingen.
Boor nooit gaten op plaatsen waar bramen
niet kunnen worden verwijderd.
• Wees uiterst voorzichtig bij het solderen en
maak gebruik van geavanceerde technieken;
blaas de leiding door met stikstofgas.
• Sluit de vereiste veiligheids- en regelappara-
tuur aan. Verwijder het interne ventieltje wan-
neer het Schräderventiel voor dit doel wordt
gebruikt.
5 – Lekdetectie
Breng het circuit nooit onder druk met zuur-
stof of droge lucht. Dit kan brand of een explosie
veroorzaken.
• Gebruik geen kleurstof om lekken op te sporen.
• Voer een lekdetectietest uit op het gehele
systeem.
• De testdruk aan de lagedrukzijde mag niet
hoger zijn dan 30 bar.
• Wanneer een lek wordt ontdekt, moet het lek
worden gerepareerd en de lektest opnieuw
worden uitgevoerd.
6 – Vacumeren
• Gebruik de compressor nooit om het systeem
te vacumeren.
• Sluit een vacuümpomp aan op zowel de lage-
als hogedrukzijde.
• Vacumeer het systeem tot een absolute druk
van 500 µm Hg (0,67 mbar).
• Gebruik geen megohmmeter en zet geen
spanning op de compressor terwijl deze on-
der vacuüm staat, omdat dit interne bescha-
digingen kan veroorzaken.
7 – Elektrische aansluitingen
• Schakel het toestel uit en isoleer de hoofd-
voeding. Zie de vorige pagina voor bedra-
dingsinformatie.
• De compressor wordt door de frequentieom-
vormer beveiligd tegen overstroom. Volg de
lokale voorschriften op voor het beschermen
van de voedingskabel. De compressor moet
zijn aangesloten op aarde.
• Alle elektrische componenten moeten wor-
den geselecteerd conform de lokale voor-
schriften en compressoreisen.
• Raadpleeg de tekeningen voor typische
bedradingsaansluitingen en bestudeer het
speciale bedradingsschema dat bij de fre-
quentieomvormer wordt geleverd. Zie de
toepassingsrichtlijnen voor meer informatie.
• Volg de installatie-instructies voor de fre-
quentieomvormer nauwkeurig op.
- : het basisframe van de frequentieom-
vormer moet zeer stevig aan de steun
worden vastgemaakt om voor een goede
geleiding te zorgen tussen het aardpoten-
tiaal van alle elektrische panelen en de
aansluitdozen van het systeem.
- Bedrading: alle stuurdraden moeten zijn
voorzien van afscherming. Ook de voe-
dingskabel voor de elektromotor moet
zijn afgeschermd. Een juiste aarding van
de afschermingskap moet worden uit-
gevoerd met behulp van de aangegeven
methode op de tekeningen: deze moet
telkens aan beide kabeluiteinden worden
geaard. Voor de stuurkabels en motorvoe-
dingskabels moeten afzonderlijke kabel-
goten worden gebruikt.
• De frequentieomvormer voorziet in directe
motorbeveiliging en de parameters zijn in de
fabriek zodanig ingesteld dat de motor wordt
beschermd tegen alle mogelijke stroomfou-
ten. Een externe overbelastingsbeveiliging is
niet nodig.
• Stel de parameters van de frequentieomvor-
mer in overeenkomstig de aanbevelingen
van Danfoss voor de CDS302 frequentieom-
vormer en de VSH compressor met variabel
toerental.
8 – Vullen van het systeem
• Zorg dat de compressor uitgeschakeld is.
• Voeg het koudemiddel in vloeibare vorm toe
aan de uitlaatzijde van de condensor of het
vloeistofreservoir. De vulling moet de nomi-
nale systeemvulling zo dicht mogelijk bena-
deren om werking bij lage druk en extreme
oververhitting te voorkomen.
Max. toegestane koudemid-
Compressor
VSH088
VSH117
VSH170
Boven deze grens moet de compressor wor-
FRCC.EI.005.A3.10 © Danfoss Commercial Compressors 09/10
den beschermd tegen terugvloeien van de
vloeistof door middel van een pumpdowncy-
clus niet lager dan 2,3 bar (g) of een vloeistof-
afscheider.
• Laat de vulcilinder nooit aangesloten op het
circuit, om overvullen te voorkomen.
9 – Controle voor inbedrijfstelling
ligheidspressostaat en mechanische ontlastklep
in overeenstemming met zowel algemeen als
lokaal geldende voorschriften en veiligheids-
normen. Controleer of de apparatuur werkt en
goed is ingesteld.
drukpressostaten en ontlastkleppen de maxi-
male werkdruk van de aanwezige systeemcom-
ponenten niet overschrijden.
• Het gebruik van een lagedrukpressostaat is
verplicht om werking onder vacuüm te voor-
komen. Minimale instelling 1,5 bar (g).
• Controleer of alle elektrische aansluitingen
goed zijn bevestigd overeenkomstig de lo-
kale voorschriften.
• Een carterverwarming is niet vereist. Deze
functie is ingebouwd in de CDS302, die voor-
ziet in een gekalibreerde DC-stroom tijdens
de ruststand om de elektromotor te ver-
warmen. De CDS302 moet minimaal 12 uur
voor de allereerste inschakeling of de eerste
inschakeling na langdurige stilstand onder
spanning worden gebracht.
• We raden ten zeerste aan om de frequentie-
omvormer na de inbedrijfstelling altijd onder
spanning te houden.
10 – Opstarten
• Alle serviceafsluiters moeten in geopende po-
sitie staan.
• Breng de druk aan de hoge- en lagedrukzijde
met elkaar in balans.
• Breng de compressor onder spanning welke
meteen zal starten.
• Als de compressor niet start, moet u contro-
leren of de compressor is aangesloten op de
frequentieomvormer; controleer de aanslui-
ting van de voedingskabels. Als bij deze con-
trole geen abnormale zaken worden ontdekt,
moet u de motorwikkelingen controleren met
behulp van een ohmmeter.
• Controleer het bedieningspaneel van de fre-
quentieomvormer: als er een alarm wordt
weergegeven, moet u de bedrading controle-
ren en met name de polariteit van de stuurka-
bels. Raadpleeg de toepassingshandleiding
van de frequentieomvormer wanneer er een
alarm wordt weergegeven. Controleer met
name de combinatie van compressor, fre-
quentieomvormer en koudemiddel.
• Controleer het stroomverbruik en de span-
ningsniveaus op het net. De waarden voor
de elektromotor van de compressor kunnen
rechtstreeks worden weergegeven op het be-
dieningspaneel van de frequentieomvormer.
• De optimale oververhitting in de zuiglei-
ding van de compressor is ongeveer 6 K.
De maximaal toegestane oververhitting
bedraagt 30 K.
11 – Controle van compressor in bedrijf
• Controleer het stroomverbruik en de span-
ning.
• Controleer op oververhitting in de zuiglei-
ding om de kans op aanzuigen van vloeistof
te beperken.
delinhoud (kg))
• Houd het oliepeil bij het starten en tijdens be-
5.9
drijf in de gaten om te controleren of het oliepeil
7.9
zichtbaar blijft. Overmatig schuim in het kijkglas
13.5
is een indicatie van koudemiddel in het carter.
Gebruik veiligheidsapparatuur zoals een vei-
Controleer of de instellingen van de hoge-
3

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vsh117 seriesVsh170 series