Verklarende woordenlijst
aangepast papierformaat. Een niet-standaardpapierformaat.
afdrukken in omgekeerde volgorde. Een softwareoptie van de printer waarmee u de laatste
pagina van het document eerst kunt afdrukken zodat de pagina's op volgorde in de papieruitvoerlade
terecht komen.
afdrukwachtrij. De locatie op de server waar afdruktaken in volgorde van verzending worden
opgeslagen voor afdrukken.
automatisch uitlijnen. Een functie waarmee de inktcartridges automatisch worden uitgelijnd.
bannerpapier. Doorlopende vellen geperforeerd inkjetpapier die geschikt zijn voor banners. Ook wel
kettingformulierpapier genoemd.
besturingssysteem. De software die basisfuncties bevat voor het besturen van de computer,
bijvoorbeeld Windows 98, Macintosh OS 9 of Macintosh OS X.
brochure. Een document met meerdere pagina's dat is afgedrukt, gevouwen en gebundeld tot een
boekje.
bundel. Een groep pagina's van een brochure die zijn dubbelgevouwen en gestapeld zodat ze
kunnen worden ingebonden.
coated papier. Behandeld papier dat geschikt is voor afgedrukte afbeeldingen van hoge kwaliteit.
ColorSync. De industriestandaard kleurenmanagementtechnologie die zorgt voor
kleurnauwkeurigheid van het opnemen tot het afdrukken of weergeven op een scherm. Hiermee kunt
u de kleurenevenaring regelen tijdens het gehele werkproces.
contactpunt cartridge. Het goudkleurige gedeelte op de inktcartridges dat de contactpunten van de
houder in de printer raakt.
dubbelzijdig afdrukken. Een softwareoptie van de printer waarmee u op beide zijden van een vel
papier kunt afdrukken.
etiket. Zelfklevend papier.
extern subnet. Een afzonderlijk netwerk dat is verbonden met het lokale netwerk (LAN).
69