Bestelportaal
ivprodukt.docfactory.com
5 MONTAGE VOORBEREIDEN
Inlaatraster en kanaalsysteem moeten zo gemaakt en geïnstalleerd zijn, dat:
• voorkomen wordt dat water de unit kan binnendringen.
• recirculatie en kortsluiting tussen afvoerlucht en buitenlucht voorkomen wordt.
• drainage niet kan teruglopen naar de unit.
Het kanaalsysteem en het bedieningssysteem moeten zodanig geconstrueerd en geconfi-
gureerd zijn dat drukverhoging over filters/luchtkanalen wordt voorkomen, bijvoorbeeld door
zachte start van de ventilatoren en door kleppen te openen wanneer ventilatoren draaien. Zie
"12 KANAALAANSLUITING, KANAALACCESSOIRES", pagina
Watersloten moeten op de aangegeven plaatsen geïnstalleerd worden. Zie
WATERSLOT AANSLUITEN", pagina 39.
5.1
Gedeelde uitvoering (Easy Access)
De tegenstroomwisselaar (TXM) kan in delen worden geleverd en moet samengebouwd
worden voordat deze op het grondframe wordt gezet. Zie
19
en
"14. Zorg ervoor dat alles goed gemonteerd is.", pagina 30.
5.2
Ruimte voor service, elektrische veiligheidsafstand
1
Afbeelding: Serviceruimte aan de inspectiezijde
1. Vrije ruimte voor service
2. Breedte van de serviceruimte (breedte van de unit)
Pagina 18 (44)
Montage-instructies
Envistar Top
Bij het installeren van de unit deze horizontaal staat aan de voorrand in
de lengterichting en lichtjes naar voren gekanteld (richting inspectiezijde)
voor een goede afvoer van condenswater. Zie
(accessoire), stel de hoogte af", pagina 20.
• De serviceruimte voor de unit moet ongeveer 1,5 x de diepte van de
unit zijn om service, vervanging van onderdelen en reiniging mogelijk te
maken.
• Volg de aanbevelingen van de Zweedse Raad voor Elektrische Veiligheid
met betrekking tot de vrije serviceruimte die aanwezig moet zijn voor
elektrische aansluiting van apparatuur.
2
"6.1 Monteer de stelvoet
41.
"6 MONTAGE, ALGEMEEN", pagina
3
3. Diepte van de serviceruimte (1,5 x diepte van de
unit)
4. Diepte van de unit
"11 DRAINAGE,
4
00048
Ver 3_nl-BE_2022-12-29