Maatgids-StrapStand-
1. Om de StrapStand te gebruiken, plaatst u de rolstoel zo dicht
mogelijk bij het kniekussen. De zwenkwielen op de StrapStand
moeten worden vergrendeld.
2. Plaats de voeten op de voetplaten. Pas de hoogte van het
kniekussen zo aan dat de knieën in het midden van het kniekussen
zitten. Schuif met de rolstoel vergrendeld naar voren op de zitting
zodat de knieën contact maken met het kniekussen.
3. Haak de riem aan een van de hefarmen en breng de andere
kant om het lichaam. Haak vervolgens de riem vast aan de
andere hefarm.
4. Pas de positie van de haak aan nadat u de riem aan de
hefarmen hebt bevestigd. De riem kan worden aangepast aan
personen van verschillende grootte. Dit hangt af van de maat van
de riem en de omtrek van de persoon.
5. Pas de plaatsing van de riem onder de billen aan zodat de
bovenrand van de riem iets onder de riemlijn komt te liggen. Schuif
het op zijn plaats zoals afgebeeld.
6. Til de gebruiker gedeeltelijk op door de
actuatorbedieningshendel naar de gebruiker toe, op te pompen
om de riem te spannen. Verplaats nu en indien nodig de riem.
Ga door totdat de gebruiker rechtop staat. De rolstoel van
de gebruiker moet in positie en beschikbaar blijven, zodat de
gebruiker kan terugkeren naar de zittende positie.
Let op: Stel de riem nooit af terwijl u rechtop staat.
5
Maatgids-Zing maat 1 en Zing
maat 2
Lees alle instructies goed door voordat u met aanpassingen begint.
De heup centreren (A):
De heup van de gebruiker moet gecentreerd zijn in lijn met het draaipunt
van de standaard, zodat de heup goed uitgelijnd is bij abductie, pas de
ondersteuningscomponenten naar boven of naar beneden aan op basis van
heuppositie.
Voetplaathoogte (B):
Meet de afstand van de heup van de gebruiker tot de onderkant van de voet.
Hoogte kniekussen (C):
Meet de afstand van de heup van de gebruiker tot het midden van de knie.
Lees alle instructies goed door voordat u met aanpassingen begint.
1
2
3
6
B
C
A
5
42