Installatie
Aarding
De apparatuur moet worden geaard. Aarding verlaagt de kans
op statische en elektrische schokken omdat het een
ontsnappingsdraad biedt voor de elektrische stroom die
ontstaat als gevolg van statische elektriciteit en bij eventuele
kortsluiting.
Pomp: Gebruik de aardschroef (Z) en borgring op de motor
om een 244524-aarddraad (Y) aan te sluiten. Draai de
schroeven stevig vast. Sluit het andere uiteinde van de
aarddraad aan op een echt aardpunt. Zie
Z
AFB. 1
Lucht- en vloeistofslangen: Gebruik alleen elektrisch
geleidende materiaalslangen met een maximum
gecombineerde slanglengte van 150 m, om een goede
doorlopende aarding te verzekeren. Controleer de elektrische
weerstand van de slangen. Als de totale weerstand op de
massa meer is dan 29 mega-Ohm, vervang de slang dan
onmiddellijk.
Luchtcompressor: volg de aanbevelingen van de fabrikant
op.
Hydraulische aanvoer: volg de aanbevelingen van de
fabrikant op.
Buffertank: gebruik een aarddraad en klem.
Spuitpistool: aard via aansluiting met een geaarde
vloeistofslang en pomp.
De vloeistofhouder: volg de ter plekke geldende
voorschriften.
Het te spuiten object: volg de ter plekke geldende
voorschriften.
311707L
AFB.
1.
Y
TI8250a
Bakken met oplosmiddel die worden gebruikt bij het
spoelen: volg de ter plekke geldende voorschriften. Alleen
geleidende metalen bakken gebruiken; plaats ze op een
geaarde ondergrond. De emmer niet op een niet-geleidende
ondergrond plaatsen, zoals papier of karton, aangezien dan
de continuïteit van de aarding wordt onderbroken.
Doorlopende aarding handhaven bij het schoonmaken of
het ontlasten van de druk. houd een metalen gedeelte van
het spuitpistool stevig tegen een geaarde metalen opvangbak,
spuit vervolgens met het pistool.
Installatie
7