1.
Aan-/uit-knop. Druk op deze knop om uw computer in te schakelen.
2.
Microfoonpoort (rose). Op deze poort kan een microfoon worden aangesloten.
Koptelefoonpoort (limoen). Op deze poort kan een koptelefoon of luidspreker worden
3.
aangesloten.
4.
Sleuf van optisch schijfstation(optioneel). In deze sleuf bevindt zich een optisch
schijfstation.
5.
Knop om optische schijfstation uit te werpen. Druk op deze knop om de lade van het
optische schijfstation uit te werpen.
6.
USB 3.0-poorten. Deze universele seriële bus 3.0 (USB 3.0) poorten sluit USB 3.0-apparatuur
aan zoals een muis, printer, scanner, camera, PDA en anderen.
• Bij het installeren van het Windows
3.0-poort aansluiten.
• Wegens beperkingen van de USB 3.0-controller, kunnen USB 3.0-apparaten alleen
in een omgeving van een Windows
3.0-stuurprogramma worden gebruikt.
• USB 3.0-apparaten kunnen alleen voor gegevensopslag worden gebruikt.
• Wij raden u ten zeerste aan dat u de USB 3.0-apparaten op USB 3.0 poorten aansluit om zo een
snellere en betere prestatie voor uw USB 3.0-apparaten te verkrijgen.
7.
USB 2.0-poorten. Deze universele seriële bus 2.0 (USB 2.0) poorten sluit USB 2.0-apparatuur
aan zoals een muis, printer, scanner, camera, PDA en anderen.
8.
CompactFlash
CompactFlash®/Microdrive™-kaart.
9.
Gleuf voor smartcard. Steek een smartcard in deze gleuf.
Sleuf voor Memory Stick™ (MS) / Memory Stick Pro™ (MS Pro) / Secure Digital™
10.
(SD) / MultiMediaCard(MMC) (optioneel). Plaats in deze sleuf een Secure
Digital™MultiMediaCard-kaart- of Memory Stick
12
/Microdrive™-kaartsleuf (optioneel). Plaats in deze sleuf een
®
-besturingsysteem GEEN toetsenbord/muis op een USB
®
-besturingsysteem en na installatie van het USB
®
TM.
Hoofdstuk 1: Aan de slag