Schurende geluiden
bij het starten of tij-
dens het gebruik van
de ventilator
Thermische contac-
ten / weerstanden
werden geactiveerd
Motor draait niet
Elektronica/motor
8
Inlaat- of drukleidingen zijn geblok-
keerd.
Als de opgebouwde warmte in een EC-
motor te veel wordt, neemt het ver-
mogen af om de elektronica te be-
schermen of buitenbedrijfstelling te
voorkomen. Wanneer de temperatuur
weer een normale waarde aanneemt
zal de motor weer met de juiste snel-
heid gaan werken. (Dit geldt alleen
voor ventilatoren aangedreven door
een EC-motor met een "reductiefunc-
tie".)
Controleer of de kanaalaansluitingen
van de ventilator onder spanning
staan.
Waaier draait in verkeerde richting.
Ontbrekende fase
Motor oververhit
Condensator (indien gebruikt) niet of
niet correct aangesloten.
Motor geblokkeerd
Defecte voeding
Defecte verbinding
Temperatuurbewaking werd geacti-
veerd.
Onvoldoende koeling
Overbelaste motor
Verwijder de blokkade.
Controleer de omgevingstem-
peratuur. Verbeter de koeling.
Maak de leidingaansluitingen los en
lijn deze opnieuw uit.
Verander de draairichting door 2 fases
te verwisselen (bij een 3-fase motor).
Controleer bij een driefasige stan-
daardmotor (niet EC) of alle drie fasen
aanwezig zijn.
Controleer de koelwaaier (indien ge-
bruikt), meet de motorwinding (indien
mogelijk).
Sluit de condensator correct aan.
Verwijder de blokkade.
Controleer en herstel de voeding.
Koppel de voeding los, corrigeer de
verbinding.
Laat de motor afkoelen, zoek en los de
oorzaak van de fout op.
Verbeter de koeling.
Controleer of de juiste ventilator voor
uw toepassing wordt gebruikt.