4.1 Functiewijze
De rookmelder werkt volgens het
strooilichtprincipe: in de meetkamer
worden
regelmatig
uitgezonden, die door de meetkamer
geabsorbeerd worden. Zodra rook in
de meetkamer binnendringt, worden
de lichtstralen door de rookdeeltjes
afgebogen (verstrooid) en botsen ze
op een fotolens. Hierdoor treedt het
alarm in werking en de rookmelder
signaleert
dit
alarmtoon en de rood knipperende
led in de testtoets.
lichtstralen
met
een
luide
4.2 Eigenschappen
Verontreinigingscompensatie:
De rookmelder past zich
automatisch aan de normale
veranderingen van zijn omgeving
aan en garandeert daardoor een
constante activeringsgevoeligheid
en een lange levensduur.
Verontreinigingsprognose:
Bij de functiecontrole berekent de
rookmelder of bij gelijkblijvende
verontreiniging een veilige werking
nog 15 maanden gewaarborgd is.
Permanente zelfbewaking:
Tijdens de normale werking voert
de rookmelder met regelmatige
intervallen een automatische
zelftest uit en behoeft derhalve
slechts 1x jaarlijks gecontroleerd
te worden (zie hoofdstuk
'Onderhoud').
Beschrijving van het product | 11