Installatiehandleiding Fleck 9100 - SXT - Installatie
•
Het wordt niet aanbevolen om afdichtmiddel op de schroefdraad te gebruiken. Gebruik PTFE
(loodgieterstape) op de schroefdraad van de afvoerelleboog en ander NPT/BSP schroefdraad.
•
De installatie van een voorfilter wordt altijd aanbevolen (100μ nominaal).
•
De klepingang en -uitgang moeten worden aangesloten op de hoofdleidingen via flexibele
verbindingen.
5.4.
Integratiebeperkingen
De locatie van een waterbehandelingssysteem is belangrijk. De volgende condities zijn vereist:
•
Vlak en stevig horizontaal platform of vloer;
•
Ruimte voor toegang tot de apparatuur voor onderhoud en om pekel (zout) toe te voegen aan de
druktank;
•
Constante elektrische voeding om de controller te bedienen;
•
Totale minimum leidingafstand naar waterverwarmer 3 m om terugstroming van heet water in het
systeem te voorkomen;
•
Installeer altijd een terugslagklep om de ontharder te beschermen tegen terugstromend heet water;
•
Lokale afvoer zo dicht mogelijk bij;
•
Waterleidingaansluitingen met afsluit- of bypasskleppen;
•
Alle lokale en nationale voorschriften voor de installatieplaats in acht nemen;
•
De klep is ontworpen voor kleine foutieve uitlijningen van het loodgieterswerk. Laat het gewicht van het
systeem niet op het loodgieterswerk rusten;
•
Zorg ervoor dat alle gesoldeerde leidingen volledig zijn afgekoeld alvorens kunststof kleppen aan het
loodgieterswerk te bevestigen.
5.5.
Klepaansluiting op leiding
Bij aansluitingen van het schroefdraadtype moet PTFE (loodgieterstape) worden gebruikt.
In geval van thermisch lassen (metalen aansluitingstype) mogen geen aansluitingen aan de klep worden
gemaakt bij het solderen.
Opmerkingen
Zie hoofdstuk 3.3. Beschrijving en onderdelenlocatie, pagina 17 om de aansluitingen te
identificeren.
5.5.1. Aan bovenkant gemonteerde klepinstallatie
Een composiettank die onder druk wordt gebracht zet zowel verticaal als in de omtrek uit. Als compensatie
voor de verticale expansie moeten de leidingaansluitingen aan de klep voldoende flexibel zijn om
overbelasting van de klep en de druktank te vermijden.
Daarnaast mogen de klep en de druktank geen deel van het leidinggewicht ondersteunen. Daarom is het
verplicht om de leiding te bevestigen aan een stijve constructie (bijv. een frame, plaat, wand...), zodat het
gewicht ervan geen spanning uitoefent op de klep en de druktank.
34 / 94
Ref. MKT-IM-004 / A - 25.04.2017