Controleren of foutcorrectie is ingeschakeld:
1
Blader in het startscherm naar Foutcorrectie:
> Faxinstellingen > Bellen en verzenden > Foutcorrectie
2
Controleer of foutcorrectie is ingesteld op Aan.
Als de instelling niet is ingeschakeld, raakt u AAN en vervolgens Accepteren aan.
A
UTOMATISCH FAXCONVERSIE INSCHAKELEN
Als het ontvangende faxapparaat geen kleurenfaxen ondersteunt, wordt met deze optie de uitgaande fax
automatisch omgezet in zwart-wit. De resolutie van de fax wordt automatisch gewijzigd in een resolutie die wordt
ondersteund door het ontvangende faxapparaat.
Controleren of automatische faxconversie is ingeschakeld:
1
Blader in het startscherm naar Fax automatisch converteren:
> Faxinstellingen > Bellen en verzenden > Fax automatisch converteren
2
Controleer of Fax automatisch converteren is ingesteld op Aan.
Als de instelling niet is ingeschakeld, raakt u AAN en vervolgens Accepteren aan.
C
ONTROLEER OF DE INSTELLING
Het kiesvoorvoegsel is het nummer of de serie nummers die u moet indrukken voordat u het werkelijke faxnummer
of telefoonnummer kunt kiezen. Als de printer wordt gebruikt in een kantoor of PBX (private branch exchange)
kan dit een bepaald nummer zijn dat u moet invoeren voordat u een oproep buiten het kantoor kunt voeren.
Controleer of het kiesvoorvoegsel dat is ingesteld op de printer correct is voor uw netwerk.
De instelling voor het kiesvoorvoegsel controleren:
1
Blader in het startscherm naar Kiesvoorvoegsel:
> Faxinstellingen > Bellen en verzenden > Kiesvoorvoegsel
2
Controleer het voorvoegsel.
Als het voorvoegsel onjuist is, geeft u het juiste voorvoegsel op en raakt u Accepteren aan.
Kan geen faxen ontvangen
Als u met de Controlelijst voor problemen met faxen oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
C
ONTROLEER OF U DE JUISTE INSTELLINGEN HEBT OPGEGEVEN BIJ HET INSTELLEN
De faxinstellingen verschillen als de printer is aangesloten op een eigen faxlijn of de lijn deelt met andere apparaten.
Als de printer de lijn deelt met andere apparaten, controleert u of het volgende is ingesteld:
•
Automatisch beantwoorden is ingeschakeld.
•
De printer neemt op na een hoger aantal belsignalen dan de overige apparaten.
•
De printer neemt op bij het juiste speciale belsignaal als u een abonnement op speciale belsignalen hebt.
K
IESVOORVOEGSEL CORRECT IS
Problemen oplossen
161